22087 |
dennennaalden |
spangen:
spang (L430p Einighausen)
|
dennennaald [SGV (1914)]
III-4-3
|
24537 |
dennenwortel |
pinwortel:
penwórtel (L430p Einighausen)
|
penvormige wortel van een denneboom [N 27 (1965)]
III-4-3
|
19167 |
deugniet |
deugeniet:
deugeneit (L430p Einighausen)
|
deugniet [SGV (1914)]
III-1-4
|
18291 |
deuk in een hoed |
dumpel:
dumpel (L430p Einighausen)
|
deuk in een hoed [dömpel] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
19684 |
deur |
deur:
dø̄r (L430p Einighausen)
|
[rnd 109; S 6; L 1 a-m; L 12, 5; L A2, 265; monogr.; Vld.; div.]
II-9
|
26050 |
deurstijlen |
deurstijlen:
dø̄rštīlǝ (L430p Einighausen)
|
De stijlen van de deur in de voorweeg van de standerdmolen. [N O, 45j]
II-3
|
33451 |
deurtje in een poortvleugel |
denpoortje:
dęnpø̜̄rtjǝ (L430p Einighausen),
poortje:
pø̜̄rtjǝ (L430p Einighausen)
|
Om aan personen toegang te verlenen en om dan niet de gehele vleugel te moeten openen is er in een poortvleugel vaak een deurtje, dat meestal niet tot beneden reikt, waardoor men echt binnen moet stappen. Vaak is het zo klein dat men slechts in gebukte houding er door kan. Meestal is de poortvleugel niet gehalveerd. Door de functionele overeenkomst zijn de benamingen soms ook in gebruik voor het onderste deel van een gehalveerde poortvleugel (zie het lemma "onderdeur", 4.1.9). Doorgaans is uit de benamingen voor dergelijke deurtjes in de poorten van schuur en stal op te maken waar ze zich bevinden. Toegevoegd zijn ook de enkele aparte benamingen voor de toegangsdeur náást de poort. Zie ook afbeelding 18.f bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42b; N 4, 38; JG 1a en 1b; monogr.; add. uit N 5A, 77d]
I-6
|
18035 |
diarree |
aan de lochte:
ān dǝ loxtǝ (L430p Einighausen),
aan de/het schijt:
ān dǝ šīt (L430p Einighausen)
|
Buikloop. Te dunne ontlasting, meestal veroorzaakt door een min of meer ernstige ontsteking van de darmen. Zie ook het lemma ''diarree'' in wbd I.3, blz. 472-474. [N 3A, 91, 99; A 48A, 52; monogr.]
I-11
|
21310 |
dief |
dief:
deif (L430p Einighausen)
|
dief [SGV (1914)]
III-3-1
|
19807 |
dienblad |
dienblad:
deͅi̯nblāt (L430p Einighausen),
schenkblad:
šeͅŋk˂blāt (L430p Einighausen)
|
dienblad [DC 27 (1955)], [DC 27 (1955)]
III-2-1
|