33701 |
droge plekken in moeras |
hei:
hęi̯ (L430p Einighausen)
|
Hoger gelegen, droge plekken in een moerasgebied. [N 27, 21a; R 3, 9]
I-8
|
19656 |
droogdoek, theedoek |
droogdoek:
drø̄x˂doͅu̯k (L430p Einighausen)
|
de doek waarmee het afgewassen vaatwerk wordt gedroogd; zijn er verschillende soorten [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
34228 |
droogrek |
tuitenbank:
tø̜i̯tǝbaŋk (L430p Einighausen)
|
Het houten rek buitenshuis waarop men vaten, melkbussen en emmers te drogen legt. [A 15, 25; monogr.]
I-11
|
34156 |
droogstaan |
droogstaan:
(de koe) štɛjt drȳǝx (L430p Einighausen)
|
Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b]
I-11
|
25126 |
druilerig en koud weer |
nat (weer):
eine naate zomer (L430p Einighausen, ...
L430p Einighausen),
naat (L430p Einighausen, ...
L430p Einighausen)
|
nat [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || natte [een ~ zomer] [SGV (1914)] || zomer [een natte ~ ] [SGV (1914)]
III-4-4
|
25131 |
druipen van de regen |
druppen:
dröppe (L430p Einighausen),
hê dröp(t) va(n) de rêge (L430p Einighausen, ...
L430p Einighausen),
hê dröpde va(n) de rêge (L430p Einighausen, ...
L430p Einighausen)
|
droop hij ~ van den regen [SGV (1914)] || druipen [SGV (1914)] || druipt [hij ~ van den regen] [SGV (1914)] || regen [hij droop van den ~ ] [SGV (1914)] || regen [hij druipt van den ~] [SGV (1914)]
III-4-4
|
33525 |
druiventros |
druiventros:
droeventros (L430p Einighausen)
|
druiventros [SGV (1914)]
I-7
|
33731 |
dubbel sierhek |
barrier:
bręi̯ǝr (L430p Einighausen)
|
Dubbel sierhek dat toegang geeft tot een boerenhofstee of buitenplaats. [A 25, 5f; L 19B, 6]
I-8
|
33446 |
dubbele toegangspoort van een gesloten erf |
poort:
[poort] (L430p Einighausen)
|
De uit twee helften bestaande poort, die toegang geeft tot een door het woonhuis en de bedrijfsgebouwen omgeven binnenplaats. Zie ook het lemma "schuurpoort" (3.1.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18 bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 5A, 77b; monogr.]
I-6
|
22021 |
duif (alg.) |
duif:
doef (L430p Einighausen)
|
Duif [SGV (1914)]
III-3-2
|