18116 |
eelt, eeltknobbel |
zwel:
zjweel (L430p Einighausen)
|
eelt, eeltknobbel [SGV (1914)]
III-1-2
|
19855 |
een huis huren |
huren:
een huis huren; een knecht meije
hy(3)̄rə (L430p Einighausen)
|
huren [SGV (1914)]
III-2-1
|
18273 |
een paar schoenen |
een paar schoenen:
paar sjoōn (L430p Einighausen)
|
schoenen, paar ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18337 |
een paar sokken |
sokken:
zökke (L430p Einighausen)
|
kousen, paar ~ [zök, zökke] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
32592 |
een riek mest |
riek (mest):
ręi̯k (L430p Einighausen)
|
Een riek mest is de hoeveelheid mest die men in één keer met de riek kan opnemen. Die hoeveelheid is kleiner naarmate de mest meer verteerd is en daardoor gemakkelijker uiteenvalt. Van de termen die in dit lemma voorkomen, zijn er sommige (ook) van toepassing op een brok of klont mest: een aaneenklevende, weke massa goed verteerde mest. [N M, 12a; JG 1a + 1b + 2c; N 11A, 14; monogr.]
I-1
|
26168 |
een roede steken |
(een) roede insteken:
rū enštę̄kǝ (L430p Einighausen)
|
Een nieuwe roede in de askop plaatsen. [N O, 7m]
II-3
|
33722 |
een sloot uitdiepen |
vegen:
vē̜gǝ (L430p Einighausen)
|
Het uitdiepen of het op diepte houden van een sloot met behulp van een schop, hak, riek, krabber en een zeis. [A 10, 21; N 18, add.; monogr.]
I-8
|
32754 |
een voor afhakken, afscheppen |
afscheppen:
ãfšø̜pǝ (L430p Einighausen)
|
Voordat men een voor met de spade omwerkt, hakt of schept men, na eerst de mest met een riek in de voor geduwd te hebben, de bovenlaag van de harde voor af om deze aarde op de mest in de open voor te deponeren. De termen veronderstellen doorgaans de voor als object, ook als dat niet werd opgegeven. Toch kunnen ze soms - absoluut gebruikt - op de handeling zonder meer slaan (b.v. "ze zouden om de beurt spitten en (af)hakken c.q. afscheppen"). [N 11A, 149; N Q, 2b; div.; monogr.]
I-1
|
33183 |
een voor overslaan |
hoogvoor:
hø̄gvōr (L430p Einighausen)
|
Bij het poten van aardappelen achter de ploeg een voor overslaan. Bij bijwoordelijke uitdrukkingen moet steeds het werkwoord voor "poten": ɛpoten, plantenɛ of ɛzettenɛ, worden toegevoegd; zie daartoe het lemma Poten. ɛTeugɛ in ɛteugvoorɛ is een afleiding van ɛtieënɛ "trekken". [N M, 19; monogr.]
I-5
|
34495 |
een zandbad nemen |
(zich) ploeieren:
plui̯ǝrǝn (L430p Einighausen)
|
Met de vleugels een zandbad nemen in de zonneschijn, gezegd van kippen. [N 19, 61b; A 28, 13a; A 28, 13b; Lu 6, 13a; Lu 6, 13b; monogr.]
I-12
|