18945 |
gemeen |
gemeen:
gemein (L430p Einighausen)
|
gemeen [SGV (1914)]
III-1-4
|
21465 |
gemeente |
gemeente:
gemeinte (L430p Einighausen)
|
gemeente [SGV (1914)]
III-3-1
|
19067 |
gemok |
geknor:
Opm. de oe is kort.
geknoer (L430p Einighausen),
gescheld:
geschelsj (L430p Einighausen)
|
gemok [SGV (1914)]
III-1-4
|
33319 |
gepachte hoeve, pachtgoed |
gepachte hof:
gǝpɛx˱dǝn [hof] (L430p Einighausen),
hof:
[hof] (L430p Einighausen)
|
Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1]
I-6
|
17560 |
geraamte |
geraams:
gerêms (L430p Einighausen)
|
geraamte, skelet [SGV (1914)]
III-1-1
|
18939 |
gereed |
gereed:
greit (L430p Einighausen),
klaar:
kloar (L430p Einighausen)
|
gereed, klaar [DC 03 (1934)] || klaar [SGV (1914)]
III-1-4
|
34240 |
geronnen melk |
dikke melk:
dekǝ męlk (L430p Einighausen)
|
Melk die door het lange staan dik en zuur is geworden. [L 2, 7; A 7, 15; monogr.]
I-11
|
32979 |
gerst |
gerst:
gē̜š (L430p Einighausen)
|
Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.]
I-4
|
18312 |
geruite jurk |
ruitjeskleed:
ruutjeskleit (L430p Einighausen)
|
jurk van geruite stof [ruutekeskleid] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
34063 |
geslachtsrijpe koe |
rind:
rɛi̯ntj (L430p Einighausen)
|
Jong rund dat oud genoeg is om gedekt te worden. [N 3A, 23]
I-11
|