e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q007p plaats=Eisden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
petekind peetdochter: peetdochter (Eisden), peetzoon: peetzoon (Eisden), petekind: petekeind (Eisden) een peetdochter [N 96D (1989)] || een peetzoon [N 96D (1989)] || een petekind [patekink] [N 96D (1989)] III-2-2
peterselie peterselie: pētərsē.li (Eisden), pētərsēli (Eisden) [Goossens 1b (1960)] [ZND 05 (1924)] I-7
petlamp koplamp: koplamp (Eisden  [(Eisden)]   [Zwartberg, Eisden]), phare: fār (Eisden  [(Eisden)]   [Winterslag, Waterschei]) Elektrische lamp die door de mijnwerker op de mijnpet of -helm wordt gedragen. De opgave "kophout" uit Q 15 was volgens de invuller op de mijn Maurits een denigrerende naam voor de petlamp. [N 95, 256; monogr.; Vwo 450] II-5
peul schaal: sjaal (Eisden), meervoud  chaale (Eisden) groene schaal waarin erwten en bonen zitten [ZND 40 (1942)] III-2-3
peul, dop (znw) schaal: chaal (Eisden), sjaal (Eisden), šāl (Eisden) [Goossens 1b (1960)] [ZND 40 (1942)] I-7
peulen, doppen (ww.) peulen: polle (Eisden), uitdoen: utdūn (Eisden), ū.dō.n (Eisden) [Goossens 1b (1960)] [ZND 40 (1942)] I-7
peulerwten sokkererwten: sokərēͅrtə (Eisden) [Goossens 1b (1960)] I-7
peulvruchten afhalen stropen: struipen (Eisden) bonen stropen, afhalen [ZND 01u (1924)] III-2-3
piano piano: Karte 244.  pi`jāno} m. (Eisden) Klavier. III-3-2
pijler taille/tèye: taille/tèye (Eisden  [(Eisden)]   [Zwartberg, Eisden]) Koolwinplaats van langgerekte vorm. De pijler wordt in de lengterichting enerzijds door de te delven koollaag, anderzijds door een ontkoolde ruimte begrensd en verschuift dwars op de lengterichting. De pijlerlengte wordt bepaald door de onderlinge afstand van de twee bij de pijler behorende galerijen. De hoogte van de pijler komt in het algemeen overeen met de dikte van de te delven koollaag. Het woordtype "boulevard" wordt gebruikt voor een grote pijler waarin men rechtopstaand de kolen kan losmaken. [N 95, 278; monogr.; Vwo 29; Vwo 171; Vwo 595; Vwo 765; Vwo 769; Vwo 779] II-5