e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q007p plaats=Eisden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pofbroek pofbroek: pŏfbrook (Eisden), poͅfbrok (Eisden) een plusfour (pofbroek, drollenvanger, bugelbroek) [N 59 (1973)] || plusfour, een soort pofbroek [N 23 (1964)] III-1-3
poffen oppoffen: ǫppofǝ (Eisden  [(Eisden)]   [Winterslag, Waterschei]) Gezegd van de vloer van een mijngang die door de druk omhoog komt. De invuller uit Q 15 merkt hierover voor de mijn Maurits op dat het "zwellen" vooral voorkwam, wanneer het vloergesteente van de gang zachter was dan het dakgesteente. [N 95, 388; N 95, 932; N 95, 387; monogr.; Vwo 456; Vwo 612; Vwo 721; Vwo 860] II-5
pofmouw pofmouw: pofmow (Eisden), poͅfmoͅw (Eisden), pôfmôw (Eisden) Mouw met een bolstaande plooi. [N 62, 34b; MW; monogr.] || pofmouw van jurk of blouse [N 23 (1964)] || Welke soorten mouwen kent U (pofmouw, puntmouw etc.?). Beschrijf hoe deze er uit zien [N 62 (1973)] II-7, III-1-3
poken keuteren: keutere (Eisden), ragelen: Fr. \"on\".  ronchele (Eisden), rammelen: raummele (Eisden) in de kachel poken [ZND 40 (1942)] III-2-1
pokken pokken: de pôôken (Eisden) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: pokken, gezwellen op de huid, vooral de kop? [N 93 (1983)] III-3-2
politieagent bode: boy (Eisden), police (fr.): de police (Eisden), accent lis  ənə poolis (Eisden), politieagent: politieagent (Eisden), veldwachter: veldwachter (Eisden) Hoe heet << een politieagent >> ? [ZND 40 (1942)] || Politieagent. [ZND 05 (1924)] III-3-1
polsmof mof: moo-uf (Eisden), mofje: møfkəs (Eisden) een polsmof - korte, gebreide stukken, die over de voorarm worden aangetrokken tegen de koude [ZND 34 (1940)] || polsmof, kort gebreid kledingstuk ter verwarming van pols en hand [sjtoek, polsmof, handmufke, armmufke, molleke, moefke] [N 23 (1964)] III-1-3
polygoon-ondersteuning engelse bouw: engelse bouw (Eisden  [(Eisden)]   [Zwartberg, Waterschei]) Uit houten of stalen segmenten bestaande hulpondersteuning die onder de oorspronkelijke ondersteuning wordt geplaatst als deze dreigt door te zakken. Het woord engels in de woordtypen "engelse betimmering" en "engels bohets" is een foute homonymie-vertaling van het franse anglé dat als anglais verstaan wordt. [Vwo 310; Vwo 311; N 95, 318; N 95, 319] II-5
pommelee, appelschimmel (een) geappelde: gapǝldǝ (Eisden) Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e] I-9
pompen, vermaken hermaken: hɛrmākǝ (Eisden), veranderen: vǝraŋǝrǝ (Eisden) Vermaken van kleding. Aangeven van aan te brengen veranderingen in verband met niet goed passen (Meima I, pag. 6). [N 59, 190a; N 62, 21b; MW] II-7