e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q007p plaats=Eisden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rode koe rode: rōǝi̯ (Eisden) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 124] I-11
rode koe met geheel witte kop witkopse rode: wetkǫpsǝ rōǝi̯ (Eisden) [N 3A, 125a] I-11
rode koe met witte kop en rode vlekken om de ogen blauwe oger: blau̯ǝ ǫu̯gǝr (Eisden) [N 3A, 125b] I-11
rode kool rood moes: roed moos (Eisden), rooj moos (Eisden), roèt moos (Eisden), rūət mōs (Eisden) rode kool [ZND 34 (1940)] || Rode kool (als plant of gewas) [Goossens 1b (1960)], [Lk 05 (1953)], [ZND 34 (1940)] I-7, III-2-3
roekoeën koeren: Opm. bijv. "de duiven zijn aan het koeren".  koeren (Eisden) Hoe noemt men het geluid dat de duiven maken - de/het ....... bijv. de duiven zijn aan het ......... [N 93 (1983)] III-3-2
roep- en lokwoord voor het kuiken tsjiep, tsjiep, tsjiep: tšip, tšip, tšip (Eisden) [N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.] I-12
roepen van de duiven binnenroepen: bènnen roopen (Eisden) Hoe zegt men: het roepen van de duiven? [N 93 (1983)] III-3-2
roeping roeping: reuping (Eisden) Roeping. [N 96D (1989)] III-3-3
roepwoord voor de stier mannetje kom: mɛnǝkǝ kōm (Eisden) [N 3A, 13] I-11
roeren roeren: räöre (Eisden) In de soep roeren. [ZND 41 (1943)] III-2-3