e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q007p plaats=Eisden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vagina, geslachtsorgaan van de merrie lijf: lī.f (Eisden), līf (Eisden) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9
valdeur aan duiventil spoetnik: spoetnik (Eisden) Hoe heet de inrichting waardoor de duiven wel het hok binnen kunnen maar niet eruit, of omgekeerd? [N 93 (1983)] III-3-2
valhoedje valhoedje: valhøtjə (Eisden), valhøtšə (Eisden) hoedje, beschuttend ~ voor kinderen die pas lopen [N 25 (1964)] III-1-3
vals splitje valse opening: valse opening (Eisden) Vals plooitje onder aan de mouw van het colbert. [N 59, 131b] II-7
valse glans glans: glans (Eisden) Valse glans, door persen ontstaan. [N 59, 80b] II-7
valse plooi valse plooi: valsǝ plūj (Eisden) Valse plooi of vouw, die er niet hoort. [N 62, 48; MW] II-7
van de duivel bezeten van de duivel bezeten: van den duvel bezete (Eisden) Van de duivel bezeten [mit der duvel bezaese]. [N 96D (1989)] III-3-3
van hoge afkomst van hoge afkomst: van oeg aafkoms (Eisden) van hoge afkomst; hij is - - - [ZND 19 (1936)] III-2-2
van veren wisselen ruizelen: ry.zǝlǝ (Eisden), rȳzǝlǝ (Eisden), rȳzǝlǝn (Eisden) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12
vangen vangen: vange (Eisden), vaŋə (Eisden) vangen [ZND 25 (1937)] III-1-2