e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q007p plaats=Eisden

Overzicht

Gevonden: 3771
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dameskleermaker dameskledermaker: dāmǝsklęjǝrmē̜kǝr (Eisden) Persoon die alleen werk voor vrouwen maakt. [N 59, 195d] II-7
damesmantel mantel: mantəl (Eisden, ... ) damesmantel; inventarisatie huidige uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || damesmantel; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
dammen dammen: Karte 92.  dammen (Eisden) Dame spielen. III-3-2
darmsalmonellose het mager: het mager (Eisden), paratyfus: paratiefus (Eisden) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: Darmsalmonellose: groenachtige diarree, koorts, dorst en felle vermagering. Vaak grote sterfte. [N 93 (1983)] || Kent U hiervoor een oudere volkse benaming? [N 93 (1983)] III-3-2
darmwormen wormen: wôêrm (Eisden) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: inwendige parasieten of darmwormen in het algemeen? [N 93 (1983)] III-3-2
das, sjaal sjaal: šal (Eisden) das, sjaal, om de hals gedragen [das, polderdas, sjerp, kazzenij] [N 23 (1964)] III-1-3
dasspeld kravatspang (<fr.): krəvatspaŋ (Eisden) dasspeld [N 23 (1964)] III-1-3
de aankomst van de duif telefonisch melden doorgeven: dôôrgieèven (Eisden) het telefonisch melden van de aankomst van de duif [N 93 (1983)] III-3-2
de absolutie geven absolutie (<fr.) geven: absolutie geve (Eisden) De absolutie geven [absolvere]. [N 96D (1989)] III-3-3
de akker bewerken labeuren: labø̜̄rǝ (Eisden) Al het werk op de akker samen (bemesten, ploegen, eggen, rollen enz.) kan als één geheel gezien worden. Het werk op de akker staat dan in tegenstelling tot het werk op de boerderij. Het woord labeuren blijkt de volgende betekenisnuances te hebben: a. al het werk op de akker tot deze gereed is om bezaaid of beplant te worden, b. al het werk op de akker, het zaaien of planten inbegrepen, c. al het werk op de akker in het algemeen, soms met inbegrip van het oogsten. Vaak heeft het de bijbetekenis van zwaar werk verrichten. Opgaven van labeuren de zin van "het boerenbedrijf uitoefenen" of met "zwaar werk doen" als hoofdbetekenis zijn hier niet opgenomen. [N 5A, 95a add.; N 11A, 132 add.; N 11A, 143; JG 1a + 1b; L 37, 11c; monogr.] I-1