e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q007p plaats=Eisden

Overzicht

Gevonden: 3771
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doel goal (eng.): Karte 169.  goal (Eisden) Tor des Fussballspiels. III-3-2
doelman keeper (eng.): Karte 170.  keeper (Eisden) Tormann. III-3-2
doffer, mannelijke duif duiver: doever (Eisden), hoorn: horen (Eisden), oarn (Eisden) duif, mannetje [ZND 01 (1922)], [ZND 39 (1942)] III-4-1
dokter dokter: dokter (Eisden) Hij woont naast de dokter, naast Verbelen [ZND 44 (1946)] III-1-2
dolle kervel dolle kervel: dǫlǝ kervǝl (Eisden) Chaerophyllum temulum L. Een vrij algemeen voorkomend -naar men aanneemt: giftig- onkruid aan bosranden, akkerkanten en beschaduwde wegbermen met een behaarde, roodgevlekte stengel, witte bloempjes in schermen en veervormig, ingesneden donkergroen blad. Het bloeit van mei tot juli en de lente varieert van 60 tot 120 cm. [A 60A, 16; L 1, a-m; L 6, 35; L 15, 8; S 7; monogr.] I-5
dom domkerk: de dômkèrk (Eisden, ... ) Een dom, domkerk. [N 96A (1989)] III-3-3
dominicaan dominicaan: Dômmenikaan (Eisden) Een Dominicaan [Dómmenekaan, preekheer, preekhier]. [N 96D (1989)] III-3-3
donkerbruine koe brandvoskoe: brantvǭs[koe] (Eisden) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131a] I-11
dons, nestveren duivelshaar: duuvəlsaar (Eisden) dons [ZND 35 (1941)] III-4-1
dood (bn.) dood: dôêt (Eisden) dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2