18714 |
mouw met kanten plooisel |
lobmouw:
loͅpmoͅw (Q007p Eisden)
|
mouw met kanten plooisel [lobmouw] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
29063 |
mouwkop |
mouwkop:
mowkop (Q007p Eisden)
|
Het gedeelte van de mouw van het colbert dat in de armsgatuitsnijding wordt ingewerkt. [N 59, 128]
II-7
|
28935 |
mouwlengte |
mouwlengte:
mōwlęŋtǝ (Q007p Eisden)
|
Dames- en herenmaat, genomen bij en na de halve rugbreedte en de ellebooglengte. Zie afb. 25. [N 59, 47a; N 62, 2b]
II-7
|
29070 |
mouwomslag, manchet |
manchet:
manšęt (Q007p Eisden),
mašęt (Q007p Eisden),
parement:
pǝrmǭ (Q007p Eisden)
|
Verlengstuk aan het einde van een mouw; vaak afzonderlijk, en dan al of niet aan de mouw vastgemaakt. [N 62, 34d; N 59, 134; MW]
II-7
|
28903 |
mouwplank |
mouwehout:
mōwǝnhǫwt (Q007p Eisden)
|
De mouwplank gebruikt men voor het openpersen van de mouwnaden; zij wordt daartoe in de mouwen gestoken. De informant van L 416 zegt een mouwplank met één poot te gebruiken. Zie ook het lemma ɛpersplankɛ. Zie afb. 16.' [N 59, 19d]
II-7
|
29066 |
mouwsplitje |
opening:
opening (Q007p Eisden)
|
Het splitje onder aan de mouw van het colbert. [N 59, 131a]
II-7
|
29069 |
mouwvoering aannaaien |
mouwen aannaaien:
mowǝ ānniǝjǝ (Q007p Eisden)
|
De voering van de mouw aan het armsgat hechten. [N 59, 127]
II-7
|
20598 |
muik |
moutje:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m, 38-51
motje (Q007p Eisden)
|
leggen de kinderen fruit te rijpen in verborgen hoekjes; hoe noemen zij dat: meuken of iets dergelijks? [ZND 01u (1924)]
III-2-3
|
33767 |
muil |
muil:
mul (Q007p Eisden)
|
Zie afbeelding 2.9. [JG 1a, 1b]
I-9
|
26147 |
muilband |
snuitband:
snūt˱bant (Q007p Eisden)
|
Brede, ijzeren band om het uiteinde van de naaf die voorkomt dat er aarde en modder op het aseinde terechtkomt. De muilband heeft soms een rechthoekig uitgekapte opening die afgedekt wordt met een klepje. Door de opening kan men de luns uit de as trekken zodat het wiel van de as kan worden verwijderd, bijvoorbeeld wanneer de as gesmeerd moet worden. Zie ook afb. 214. [N G, 43c; N 17, 60a; JG 1a; JG 1b; Vld.; div.]
II-11
|