23948 |
naaste |
evennaaste:
evenaoste (Q007p Eisden)
|
Je/uw naaste, evennaaste, evenmens [naoste, nôste, èèvemins]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
27971 |
nabraakbres |
carrage:
carrage (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Zwartberg])
|
Plaats waar men door het wegnemen van gesteente uit dak en wanden en door het plaatsen van een nieuwe ondersteuning een gedeeltelijk toegedrukte mijngang weer verruimt. [monogr.; N 95, 903; Vwo 214; Vwo 215; Vwo 535; Vwo 536]
II-5
|
27264 |
nachtdienst |
derde post:
[derde] pos (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Zolder]),
nachtpost:
naxtpos (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Zolder]),
nachtschicht:
naxtšex (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Maurits])
|
De dienst van 10 uur ''s avonds tot ''s anderendaags 6 uur in de morgen (Vanwonterghem pag.160, Defoin pag. 211). Volgens de informant van Q 15 kende de nachtdienst een vierkante penning. Het woordtype "televisieschicht" duidt volgens dezelfde invuller op het feit dat, wanneer deze dienst begon, het t.v.-programma was afgelopen. Ze begon twee uur later dan de normale nachtdienst en werd vooral gevuld met roofwerkzaamheden. Zie verder ook de toelichting bij het lemma Controlepenning. [N 95, 118; monogr.; Vwo 539; Vwo 540]
II-5
|
24213 |
nachtegaal |
nachtegaal:
nachtegaal (Q007p Eisden),
nagtegaal (Q007p Eisden)
|
nachtegaal [ZND 05 (1924)], [ZND 39 (1942)]
III-4-1
|
18609 |
nachthemd |
nachthemd:
naghømə (Q007p Eisden),
nagt(h)ømə (Q007p Eisden)
|
nachthemd [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18608 |
nachtjapon |
bedjak:
betjak (Q007p Eisden),
japon:
žapoͅn (Q007p Eisden),
nachtjapon:
nagjəpoͅn (Q007p Eisden)
|
nachtjapon [nachtpon, bedjak, nachtjak, jak] [N 25 (1964)] || nachtkleding: inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18607 |
nachtkleren |
nachtkleren:
nagkleͅiər (Q007p Eisden),
nagtkleͅ`jər (Q007p Eisden)
|
nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
34179 |
nageboorte van de koe |
rein:
rɛi̯.n (Q007p Eisden),
rɛi̯n (Q007p Eisden)
|
[N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.]
I-11
|
17770 |
nagel |
nagel:
nagel (Q007p Eisden)
|
[ZND 30 (1939)]
III-1-1
|
32986 |
nagewas |
herfst:
ęrǝst (Q007p Eisden)
|
Het tweede gewas dat op een veld wordt geteeld nadat men er eerder al geoogst heeft. Bamis is een verkorting van ''Bavo-mis'', ofwel 1 oktober, feest van Sint Bavo; het heeft dan ook de betekenis van "herfst". Vergelijk het lemma ''zaaien, van nagewas'' (2.3). [JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|