24900 |
ogenblikje, korte tijd, eventjes |
eventjes:
effəkəs (Q007p Eisden)
|
even [ZND 34 (1940)]
III-4-4
|
23227 |
oksaal |
hoogzaal:
een choen hoegsaal (Q007p Eisden),
oksaal:
ene sjoenen eksoal (Q007p Eisden),
ne schoenen eksaal met ⁄ne nawen urəgel (Q007p Eisden),
oksaal (Q007p Eisden),
oksaol (Q007p Eisden)
|
Een schoon (d)oksaal (waar het orgel zich bevindt in de kerk). [ZND 39 (1942)] || Een schoon oksaal met een nieuw orgel. [ZND 05 (1924)] || Het oksaal, de galerij boven het kerkportaal, waar het orgel staat en het zangkoor zingt [oksaal oksaol, koor, zangerskoor, zangzolder?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
29068 |
okselstuk |
geer:
giǝr (Q007p Eisden)
|
Vierkante lap, dubbel gevouwen in de vorm van een driehoek, die in een hemd onder de oksel zit en dient om de mouw van onderen met het lijf te verbinden. [N 62, 11c; N 62, 34c]
II-7
|
26677 |
oliemolen |
slagmolen:
slā.x[molen] (Q007p Eisden)
|
Wind-, water- of rosmolen waarin uit zaden olie wordt geslagen. Het zaad wordt daartoe gekneusd met behulp van de zgn. kollergang bestaande uit twee verticaal geplaatste loperstenen. Het geplette zaad wordt in een pan verhit en vervolgens in wollen zakjes (builen) geborgen, waarna de builen in leren omslagen met een paardeharen voering gelegd worden. Het op deze wijze verpakte warme zaadmeel wordt daarna tweemaal geperst. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [JG 1a; JG 1b; Vds 15; Jan 15; Coe 5; Grof 5; monogr.; N D add.]
II-3
|
23150 |
olifant |
olifant:
Karte 109.
olifant (Q007p Eisden)
|
Elefant.
III-3-2
|
29086 |
omboorden |
afbiezen:
āfbizǝ (Q007p Eisden),
afboorden:
āfbø̜̄rdǝ (Q007p Eisden),
āfbǭrǝ (Q007p Eisden),
omzomen:
omzø̜jmǝ (Q007p Eisden)
|
Omboorden in het algemeen oftewel het insluiten van een rafelkant met een enkele of dubbele bies en in het bijzonder het met en lint afzetten van een colbert. [N 59, 86; N 62, 17; MW]
II-7
|
19711 |
omheining |
tuin:
tū.n (Q007p Eisden)
|
De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.]
I-8
|
23479 |
omheining van het kerkhof |
kerkhofmuur:
de kèrkhefmoeër (Q007p Eisden),
kèrkhefmoeër (Q007p Eisden)
|
De muur, de omheining van het kerkhof [toen, toun, tuun?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
18429 |
omslag [wld ii.7, p.82] |
dobbele manchet:
[sic]
dobbel manchet (Q007p Eisden)
|
Hoe noemt U de omslag? [N 62 (1973)]
III-1-3
|
18548 |
omslag van de broek |
omslag:
omslaag (Q007p Eisden)
|
de omslag van de broek [N 59 (1973)]
III-1-3
|