18544 |
pofbroek |
pofbroek:
pŏfbrook (Q007p Eisden),
poͅfbrok (Q007p Eisden)
|
een plusfour (pofbroek, drollenvanger, bugelbroek) [N 59 (1973)] || plusfour, een soort pofbroek [N 23 (1964)]
III-1-3
|
21078 |
poffen |
oppoffen:
ǫppofǝ (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Winterslag, Waterschei])
|
Gezegd van de vloer van een mijngang die door de druk omhoog komt. De invuller uit Q 15 merkt hierover voor de mijn Maurits op dat het "zwellen" vooral voorkwam, wanneer het vloergesteente van de gang zachter was dan het dakgesteente. [N 95, 388; N 95, 932; N 95, 387; monogr.; Vwo 456; Vwo 612; Vwo 721; Vwo 860]
II-5
|
18420 |
pofmouw |
pofmouw:
pofmow (Q007p Eisden),
poͅfmoͅw (Q007p Eisden),
pôfmôw (Q007p Eisden)
|
Mouw met een bolstaande plooi. [N 62, 34b; MW; monogr.] || pofmouw van jurk of blouse [N 23 (1964)] || Welke soorten mouwen kent U (pofmouw, puntmouw etc.?). Beschrijf hoe deze er uit zien [N 62 (1973)]
II-7, III-1-3
|
19418 |
poken |
keuteren:
keutere (Q007p Eisden),
ragelen:
Fr. \"on\".
ronchele (Q007p Eisden),
rammelen:
raummele (Q007p Eisden)
|
in de kachel poken [ZND 40 (1942)]
III-2-1
|
22048 |
pokken |
pokken:
de pôôken (Q007p Eisden)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: pokken, gezwellen op de huid, vooral de kop? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21437 |
politieagent |
bode:
boy (Q007p Eisden),
police (fr.):
de police (Q007p Eisden),
accent lis
ənə poolis (Q007p Eisden),
politieagent:
politieagent (Q007p Eisden),
veldwachter:
veldwachter (Q007p Eisden)
|
Hoe heet << een politieagent >> ? [ZND 40 (1942)] || Politieagent. [ZND 05 (1924)]
III-3-1
|
18292 |
polsmof |
mof:
moo-uf (Q007p Eisden),
mofje:
møfkəs (Q007p Eisden)
|
een polsmof - korte, gebreide stukken, die over de voorarm worden aangetrokken tegen de koude [ZND 34 (1940)] || polsmof, kort gebreid kledingstuk ter verwarming van pols en hand [sjtoek, polsmof, handmufke, armmufke, molleke, moefke] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
27953 |
polygoon-ondersteuning |
engelse bouw:
engelse bouw (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Zwartberg, Waterschei])
|
Uit houten of stalen segmenten bestaande hulpondersteuning die onder de oorspronkelijke ondersteuning wordt geplaatst als deze dreigt door te zakken. Het woord engels in de woordtypen "engelse betimmering" en "engels bohets" is een foute homonymie-vertaling van het franse anglé dat als anglais verstaan wordt. [Vwo 310; Vwo 311; N 95, 318; N 95, 319]
II-5
|
33807 |
pommelee, appelschimmel |
(een) geappelde:
gapǝldǝ (Q007p Eisden)
|
Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e]
I-9
|
29093 |
pompen, vermaken |
hermaken:
hɛrmākǝ (Q007p Eisden),
veranderen:
vǝraŋǝrǝ (Q007p Eisden)
|
Vermaken van kleding. Aangeven van aan te brengen veranderingen in verband met niet goed passen (Meima I, pag. 6). [N 59, 190a; N 62, 21b; MW]
II-7
|