33795 |
vagina, geslachtsorgaan van de merrie |
lijf:
lī.f (Q007p Eisden),
līf (Q007p Eisden)
|
Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40]
I-9
|
21968 |
valdeur aan duiventil |
spoetnik:
spoetnik (Q007p Eisden)
|
Hoe heet de inrichting waardoor de duiven wel het hok binnen kunnen maar niet eruit, of omgekeerd? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
18658 |
valhoedje |
valhoedje:
valhøtjə (Q007p Eisden),
valhøtšə (Q007p Eisden)
|
hoedje, beschuttend ~ voor kinderen die pas lopen [N 25 (1964)]
III-1-3
|
29067 |
vals splitje |
valse opening:
valse opening (Q007p Eisden)
|
Vals plooitje onder aan de mouw van het colbert. [N 59, 131b]
II-7
|
29036 |
valse glans |
glans:
glans (Q007p Eisden)
|
Valse glans, door persen ontstaan. [N 59, 80b]
II-7
|
29107 |
valse plooi |
valse plooi:
valsǝ plūj (Q007p Eisden)
|
Valse plooi of vouw, die er niet hoort. [N 62, 48; MW]
II-7
|
23907 |
van de duivel bezeten |
van de duivel bezeten:
van den duvel bezete (Q007p Eisden)
|
Van de duivel bezeten [mit der duvel bezaese]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20474 |
van hoge afkomst |
van hoge afkomst:
van oeg aafkoms (Q007p Eisden)
|
van hoge afkomst; hij is - - - [ZND 19 (1936)]
III-2-2
|
34489 |
van veren wisselen |
ruizelen:
ry.zǝlǝ (Q007p Eisden),
rȳzǝlǝ (Q007p Eisden),
rȳzǝlǝn (Q007p Eisden)
|
[N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.]
I-12
|
17824 |
vangen |
vangen:
vange (Q007p Eisden),
vaŋə (Q007p Eisden)
|
vangen [ZND 25 (1937)]
III-1-2
|