e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eisden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterdoorbraak waterzak: waterzak (Eisden  [(Eisden)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Doorbraak van water in bijvoorbeeld een mijngang. [N 95, 893; monogr.] II-5
watergalerij watergalerij: wātǝrgalǝri (Eisden  [(Eisden)]   [Maurits]) Galerij die alleen dient voor het verzamelen, volgens de invuller uit Q 113 daarnaast ook voor de afvoer van mijnwater als uitbreiding van de schachtput (zie ook het lemma Schachtput). [N 95, 378; monogr.] II-5
watergoot rigole: rigǫlǝ (Eisden  [(Eisden)]   [Eisden]) Open watergoot die beneden langs de zijwand van de steengang of galerij loopt. De goot ligt lager dan de rest van de vloer van de gang en wordt meteen bij het drijven ervan meegeschoten. [N 95, 787; N 95, 790; monogr.] II-5
waterketel, moor waterketel: wātərkētəl (Eisden) de gewone ketel om water te koken (fr. bouilloire) [ZND 36 (1941)] III-2-1
waterlossing rabatjes: rǝbɛtšǝs (Eisden) Greppel die men door een te ontginnen moeras graaft, om het water kwijt te raken. De opgaven bestrijken heel de provincies Limburg. [I, 61; N 27, 22] II-4
waterput put: pøt (Eisden) [RND 08] I-7
waterring van de mijt waterlaag: waterlaag (Eisden) Waterring, waterlaag of kaplaag van de korenmijt. De laag schoven die het verst naar buiten steekt, juist waar de kap begint. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Voor euze enz. vergelijk wnt XI, onder oozie, ooziedrup enz., "het gedeelte van het dak dat over den muur uitsteekt en het regenwater afwerpt", "afdak" dus. Zie afbeelding 8, a. [N 15, 45c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
waterspin waterspin: wātərspeͅn (Eisden) waterspin [N 26 (1964)] III-4-2
weddenschap weddingschap: wɛdiŋsjap (Eisden) weddenschap [RND] III-3-2
wedstrijdduif reisduif: reisdoef (Eisden) Hoe heet de duif of duivesoort die voor het spel gebruikt wordt? [N 93 (1983)] III-3-2