23356 |
dwarsbeuk |
dwarsbeuk:
de dweersbeuke (Q007p Eisden, ...
Q007p Eisden,
Q007p Eisden)
|
Het dwarsschip, de dwarsbeuk van een kruiskerk [transept?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
27193 |
dwarsligger |
travers:
travɛrs (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Eisden])
|
Houten of ijzeren dwarsligger waarop de spoorstaven worden bevestigd. De vormen "sousguide" en "travers" worden in de Belgische mijnen voornamelijk ondergronds gebruikt, terwijl men bovengronds meestal van "bille" spreekt (Vanwonterghem pag. 202). [N 95, 709; monogr.; Vwo 132; Vwo 300; Vwo 722; Vwo 790]
II-5
|
33326 |
dwarsstuk van de t-vormige hoeve |
aanbouw:
ǭnbǫu̯ (Q007p Eisden)
|
Bedoeld is het bouwdeel waarin zich het woongedeelte bevindt; dit kan eventueel ook het woongedeelte van de L-vormige bouw zijn. Zie de toelichting bij het lemma "L-vormige hoeve" (1.2.2). Vergelijk ook kaart 4 en afbeelding 4. [N 4A, 2d]
I-6
|
18802 |
dwaze streek |
gekke streken:
dat zīn gekke strēkə (Q007p Eisden),
kinderage:
da⁄s kiŋərazi (Q007p Eisden)
|
Dat is een kinderstreek, dat zijn zotte streken. [ZND 07 (1924)]
III-1-4
|
19504 |
dweil |
dweil:
sic
dwei (Q007p Eisden)
|
Hoe heet de doek uit grof linnen waarmee vocht van de vloer wordt opgenomen ? [ZND 48 (1954)]
III-2-1
|
27320 |
dynamiet |
dynamiet:
dynamiet (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Maurits])
|
Springstof met nitroglycerine als grondstof. Dynamiet wordt vooral gebruikt om zeer harde steenlagen los te maken. [N 95, 422; N 95, 419; monogr.; Vwo 301]
II-5
|
24436 |
eekhoorn |
eekhoorntje:
ook ZND 02, 008
inkkeurtje (Q007p Eisden)
|
eekhoorn [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
18116 |
eelt, eeltknobbel |
gezwel:
gezweel in zien an (Q007p Eisden)
|
Hij heeft eelt in zijn handen (verharding van de huid door het werken met de spade) [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
29084 |
een bochel inwerken |
een kroft in de jas werken:
ǝn krof en nǝ jas węrkǝn (Q007p Eisden)
|
Een bochel in een jas werken door middel van het knippen van het patroon of door strijken of persen. [N 59, 89]
II-7
|
20941 |
een boterham smeren |
een boos smeren:
ən bɛ̄yš šmēərə (Q007p Eisden),
een boterham smeren:
ən bo̝təram šmēərə (Q007p Eisden)
|
smeren [RND]
III-2-3
|