28197 |
aflichten |
gas meten:
gās mētǝ (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Zwartberg, Eisden])
|
Met behulp van een veiligheidslamp mogelijk aanwezig mijngas opsporen. Bij een aanwezigheid van mijngas zal zich rond het klein gedraaide vlammetje van de lamp een lichtblauwe doorzichtige lichtkegel vormen. De lengte van de lichtkegel, dus eigenlijk de lengte van de gasvlam, geeft het gehalte mijngas aan. [N 95, 236; monogr.; N 95, 413; Vwo 47; Vwo 337; Vwo 338; Vwo 872]
II-5
|
29039 |
afpersen |
afstrijken:
āfstriǝkǝ (Q007p Eisden)
|
Het kledingstuk voor de laatste keer zoveel als nodig is persen. [N 59, 82]
II-7
|
34245 |
afromen |
aflaten:
āflōtǝ (Q007p Eisden),
afromen:
āfrøu̯mǝ (Q007p Eisden)
|
De room van de melk scheppen. Men kon de room van de melk scheiden door met een houten latje de room tegen te houden, terwijl de ontroomde melk door de tuit van de in schuine stand gehouden roomschotel wegvloeide. Een andere methode was de melk overgieten of aflaten in een andere kruik of emmer, terwijl men de aan de oppervlakte gevormde room tegenhield door blazen. Een modernere manier van scheiden van room en melk gebeurde met de melkmachine of centrifuge. [A 23, 3; Lu 1, 3; JG 1a, 1b, 1d; Vld.; monogr.]
I-11
|
27866 |
afschieten, ontsteken |
afdraaien:
āfdręjǝ (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Maurits])
|
De met springstof geladen schietgaten tot ontploffing brengen. [N 95, 412; monogr.; N 95, 442 add.]
II-5
|
27882 |
afslag |
berg:
bɛrx (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Domaniale])
|
Hoop kool- of ertsbrokken, ontstaan door het schieten. [N 95, 451; N 95, 429; monogr.; Vwo 50]
II-5
|
27941 |
afstand tussen de ondersteuningen |
span:
span (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Maurits])
|
De afstand in meters of centimeters tussen de ondersteuningen onderling. Door middel van schoren, welke tussen de ondersteuningen worden bevestigd, wordt deze afstand gehandhaafd. In de mijn van Zolder staan de ondersteuningen volgens de invuller uit K 361 op 80 cm van elkaar. [N 95, 369; monogr.]
II-5
|
22137 |
afstandskaart met coördinaten |
cordinaatkaart:
de koordinaat(kaart) (Q007p Eisden)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: de afstandskaart met coördinaten? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
29030 |
aftekenen met krijt |
aftekenen:
āftęjkǝnǝ (Q007p Eisden),
aftekenen met krijt:
āftęjkǝnǝ męt krīǝt (Q007p Eisden)
|
In verband met het passen de kledingstukken aftekenen met krijt. [N 59, 75; N 59, 74]
II-7
|
33031 |
aftrekken, uitwinnen |
opperen:
opperen (Q007p Eisden),
uitdraaien:
ū.drɛi̯ǝ (Q007p Eisden)
|
Na het inkappen rolt de maaier met de mathaak de halmen samen en haalt ze naar zich toe. Het is de "tweede fase" van de zichtbehandeling. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en bij het lemma ''afleggen'' (4.4.3) bij het maaien met de zeis. [N 15, 16g; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 23, 16.2; L 48, 34.2; Lu 2, 34.2; monogr.; add. uit N 15, 16i]
I-4
|
34002 |
aftuigen |
uitdoen:
ū.t˱dū.n (Q007p Eisden)
|
Het paard van het trektuig ontdoen door de verschillende delen van het paardetuig los te gespen en af te nemen. [JG 1b; N 8, 97b]
I-10
|