e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
enten enten: ente (Eksel), griffelen: grefələ (Eksel), oculeren: oͅkəlerən (Eksel) [RND 08] [ZND 34 (1940)] I-7
envelop envelop (<fr.): avelot (Eksel) de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)] III-3-1
epidemie daar mag je niet bijkomen: doo mugde nie bijkommen (Eksel), flodder: flodder (Eksel), het is onder de mensen: t is onder de minsen (Eksel), ziekte die voortgaat: get vort (Eksel), ziekte die voortloopt: lupt vort (Eksel) Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie). [N 84 (1981)] || Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie, besmettelijke ziekte). [N 107 (2001)] III-1-2
epistel epistel (<lat.): epistel (Eksel, ... ) De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)] III-3-3
er heet aan toegaan spannen: spannen (Eksel) er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)] III-1-4
ereboog ark: ark (Eksel) Een triumfboog of ereboog ter versiering van de straten [triejoemfboaëg]. [N 96C (1989)] III-3-2
erf mesterhof: meͅstroͅf (Eksel) I-7
erfenis erfenis: erfenis (Eksel) het geheel van wat iemand van een overledene krijgt [erfenis, erf] [N 89 (1982)] III-3-1
erfgenaam erfgenaam: erfgenaam (Eksel) degene die een erfenis of een gedeelte daarvan krijgt [erfgenaam, erf] [N 89 (1982)] III-3-1
ernstig serieus: serjeus (Eksel) van ernst vervuld [serieus, menens, ernstig] [N 85 (1981)] III-1-4