17545 |
gedrongen persoon |
korte dikke, een -:
t is ne korten dikken (L353p Eksel)
|
gedrongen, een gedrongen postuur hebben [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17546 |
gedrongen postuur |
kort gestuikt:
kort gestuukt (L353p Eksel)
|
gedrongen, een gedrongen postuur hebben [N 10 (1961)]
III-1-1
|
19256 |
gedupeerd |
gelapt:
gelapt (L353p Eksel)
|
veel nadeel of hinder van een of andere daad of woorden ondervindend [gezien, geleverd, gepluimd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23666 |
gedurige aanbidding |
bedens:
beens (L353p Eksel),
gedurige aanbidding:
gedurige aanbidding (L353p Eksel),
gedurrige oanbidding (L353p Eksel)
|
Altijddurende/gedurige aanbidding van het Sacrament des Altaars. [N 96B (1989)] || Het veertigurengebed: de drie dagen = veertig uur durende aanbidding van het uitgestelde Allerheiligste, gehouden b.v. tijdens de carnavalsdagen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18916 |
gedwee |
gewillig:
gewillig (L353p Eksel)
|
blijken van onderworpenheid tonend, zonder nadenken opdrachten uitvoerend [gewillig, braaf, gedwee, gemakkelijk, goed, zacht] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24150 |
geelgors |
gele schrijver:
gele schriever (L353p Eksel),
gele schrijver (gew.uitspr.) (L353p Eksel)
|
geelgors || geelgors (16,5 bruine stuit; man heeft meer of minder geel aan kop en borst; hele jaar overal buiten stad en dorp te zien; ook veel op trek; bekraste eitjes; roep [tsp]; zang eenvoudig [ti-ti-ti-ti-...du]; kooivogel [N 09 (1961)]
III-4-1
|
18098 |
geelzucht |
geel verf:
geel verf (L353p Eksel),
geelverf (L353p Eksel)
|
geelzucht [ZND 01u (1924)] || Geelzucht: ziekte die zich uiterlijk kenmerkt door de gele kleur die de huid aanneemt ten gevolge van de opneming der galkleurstof in het bloed (galzucht, galziekte, geluw, gele verf, geelverf, verf, geelaard, gele ziekte). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24078 |
geestelijke |
geestelijke:
gistelijke (L353p Eksel)
|
Een priester die geen pater is [heer, geesteling]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23653 |
geestelijke communie |
geestelijke communie (<lat.):
gistelike kemunnie (L353p Eksel)
|
De geestelijke communie, in de geest communiceren. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18832 |
geestig |
droge, een -:
ps. Algemene note: Het omspellen van het Eksels dialect is misschien niet helemaal correct (geen spellingslijst daarvoor ik heb het bij benadering omgespeld!
dry(3)̄əgə (L353p Eksel)
|
met fijnzinnige humor [koel, gevat, geestig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|