23922 |
god de vader |
vader:
de vaoder (L353p Eksel)
|
God de Vader. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23890 |
godsdienstonderricht op zondag |
catechismus van volharding:
kattegismes van volharding (L353p Eksel)
|
Het godsdienstonderricht dat vroeger op zondagmiddag vóór het lof (d.w.z. van 14.30 tot 15.00 uur) werd gegeven aan jongeren die van school af waren). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23426 |
godslamp |
godslamp:
godslaamp (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
De godslamp, de altijd brandende olielamp vóór het tabernakel van het hoofdaltaar of sacramentsaltaar [gods-, gôds-, gaods-, godeslamp]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19237 |
goed opschieten met zijn werk |
avanceren:
aveceren (L353p Eksel)
|
goed opschieten met zijn werk [plakken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23796 |
goede vrijdag |
goede vrijdag:
goie vrijdaag (L353p Eksel),
gôje vrijddig (L353p Eksel)
|
De vrijdag in de week vóór Pasen, Goede vrijdag [Kaarvriediech]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23792 |
goede week |
goede week:
goiweek (L353p Eksel),
gôj week (L353p Eksel)
|
De week vóór Pasen [gooj week, kaarwèch]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
22657 |
goedkoopste rang in een schouwburg |
uil:
uil (L353p Eksel)
|
de goedkoopste rang in een schouwburg [uilekot] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
18954 |
goedzak |
goede jong:
t is zoe ne goeie jong (L353p Eksel),
goede kloot:
inə gòjə klūt (L353p Eksel),
goedzak:
goedzak (L353p Eksel)
|
een goedzak van een mens [ZND B1 (1940sq)] || een persoon die altijd goed handelt en goed is voor andere mensen [goedzak, godsblok] [N 85 (1981)] || t Is zulk een goeie jongen. [ZND 08 (1925)]
III-1-4
|
24538 |
gom |
permentijn:
permetien (L353p Eksel)
|
De kleverige, doorschijnende vloeistof die uit spleten of insnijdingen in sommige bomen vloeit en in de lucht hard word; deze stof is i.t.t. hars niet oplosbaar in alcohol of ether gom, plek). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
20552 |
gombal |
zjiep-ke:
zjiepke (L353p Eksel)
|
siepke; Hoe noemt U: Een balletje van gesuikerde arabisch gom (siepke) [N 80 (1980)]
III-2-3
|