e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hielstuk van een schoen contrefort (fr.): kontrefor (Eksel) hielstuk [konterfort[ [N 24 (1964)] III-1-3
hiernamaals hiernamaals: hiernamaals (Eksel) Het hiernamaals, het namaals, het leven na dit leven. [N 96D (1989)] III-3-3
hijgen gijgen: zij gijgen (Eksel), kuimen: kø̜u̯mǝ (Eksel), snakken: snakken (Eksel), snakən (Eksel) [JG 1a, 1b](naar adem) hijgen [ZND B1 (1940sq)] || Hijgen: zwaar, hoorbaar ademen (hijgen, snakken). [N 84 (1981)] || zij hijgen (naar adem) [ZND 01u (1924)] I-11, III-1-2
hijgen naar adem, reutelen snakken: snakken (Eksel) hijgen naar adem, gezegd van een stervende [reutelen] [N 86 (1981)] III-2-2
hik hik: hik (Eksel, ... ) hik [hibbik, hikkepik, hippik] [N 10 (1961)] III-1-2
hinkelen hinken: meisjes: hinken (Eksel), /  hinken (Eksel, ... ), hinkespelen  hinken (Eksel) / [SND (2006)] || hinken [SND (2006)] || Hinkspelen. || Lievelingsspel 4. [SND (2006)] III-3-2
hinkelperk hinkperk: /  hînkpêrk (Eksel) hinkperk [SND (2006)] III-3-2
hinken hinken: hinken (Eksel) Hinken: op één been voortspringen (hinken, hinkelen, hompen). [N 84 (1981)] III-1-2
hinniken hinniken: henǝkǝn (Eksel), ruchelen: rø̜xǝlǝn (Eksel) Het hoge keelgeluid dat een paard maakt. De klanknabootsende werkwoorden hummeren, himmeren en hommeren vertonen dezelfde klankwisseling als ruchelen, richelen en rochelen. [JG 1b, 2c; L B2, 291; L 22, 21; N 8, 47 en 65; S 5; Wi 57] I-9
hobbelpaard hobbelpaard: hobbelpèrd (Eksel), /  hobbelpèrd! (Eksel), hopperpaard: /  hoepperpèèrd (Eksel), hopperpaardje: /  hoeperpèrteké (Eksel), jokkelpaard: /  joekelpèrd (Eksel) / [SND (2006)] || Lievelingsspel 2. [SND (2006)] || schommelpaard [SND (2006)] III-3-2