e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jongenshemd jongenshemd: jongesheem (Eksel), lijfje: Hemdje.  lijfke (Eksel) Jongensondergoed, jongenshemd [N 114 (2002)] III-1-3
jongste vogeltje uit het nest kakelnestje: kakelnesteke (Eksel), kakkejong: kakejonk (Eksel) jongste vogel uit het nest (kakkenestje) [N 83 (1981)] III-4-1
juffrouw mejuffer: mejuffer (Eksel) hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)] III-3-1
jukbeen jukbeen: jykbi.ən (Eksel), kaakbeen: (kaakbieën?) (Eksel) Jukbeen: het wangbeen onder het oog (koon). [N 84 (1981)] || Jukbeen: het wangbeen onder het oog (koon, jukbeen, wangbeen). [N 106 (2001)] III-1-1
jumper gestrokken jasje: zie WNT: strikken, in t Z.-O. der Kempen bezigt men een sterk verl. deelw. gestrokken.  gestrokke jeske (Eksel, ... ) jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)] III-1-3
jurk kleed: kliëd (Eksel), kliət (Eksel) jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)] || kleed [ZND A2 (1940sq)] III-1-3
jus, vleesnat saus: saus (Eksel), vleesnat: vlie:snoa:t (Eksel) Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)] || Wat verstaat u onder: brui (groente, kool, vet of vleesnat?) Uitspraak a.u.b. [N 16 (1962)] III-2-3
juweel breloquetje (<fr.): berlokske (Eksel), broche (fr.): brosj (Eksel), juweel: jeweêl (Eksel), juweel (Eksel), ring met een schone steen: ne rink mit ne schonne stiën (Eksel), steen: stieën (Eksel) een geslepen edelsteen die als sieraad dient [juweel, edelsteen, bijou, bagge] [N 86 (1981)] || Juweel. Een geslepen edelsteen die als sieraad dient [juweel, edelsteen, bijou, bagge] [N 114 (2002)] III-1-3
kaak kaaksbeen: kaaksbieën (Eksel), wang: wang (Eksel) kaak [N 10b (1961)] III-1-1
kaakbeen(rand) rand: rand (Eksel) kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)] III-1-1