e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kieuwen kieuwen: WLD  kiew (Eksel) Hoe noemt u de vlezige platen aan de kop van een vis waardoor hij ademhaalt (kieuw, koen, wam) [N 83 (1981)] III-4-2
kieuwen (wbd) poppen: poppen (Eksel) uit de verte roepen [kieuwen] [N 87 (1981)] III-3-1
kievit kievit: kiewiet (Eksel) kievit (31 ronde vleugels; kuifje; bekend van de eierenraperij [N 09 (1961)] III-4-1
kiezen uitkiezen: oetkiezen (Eksel) een keus doen uit een aantal voorwerpen of personen [fineren, begeren, uitmunten, uitkiezen] [N 85 (1981)] III-1-4
kikker kwakvors: kwakfoͅrs (Eksel), kwakvors (Eksel), kwakvoͅrs (Eksel), ook in ZND 01u, 121; 14, 001 en 16, 004  kwakvors (Eksel) kikvors [ZND 01 (1922)], [ZND B2 (1940sq)] || kikvors, puit [RND] III-4-2
kikkerdril paddengerijs: padəgry.əs (Eksel) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)gerijs: padəgry.əs (Eksel) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkers kikvorsen: kekvǫrsǝ (Eksel) De ijzeren of houten bekjes aan de voorzijde van de roede waaraan het zeil wordt vastgemaakt. In l 381 waren de kikkers van hout omdat de molen houten roeden had. [N O, 5d; A 42A, 69; N O, 5e] II-3
kikkervisje koelekopje: koelekopke (Eksel) kikkervisje [ZND 34 (1940)] III-4-2
kin kin: kin (Eksel, ... ) Een kinnebak: kaakbeenderen (kinnebak, kinnebakkes, geschaar) [N 106 (2001)] || kin [N 10b (1961)] III-1-1