24045 |
kransen |
sieren:
sieren (L353p Eksel)
|
Een krans van dennegroen maken voor een priesterfeest [krensen]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21342 |
krant |
gazet (<fr.):
gazét (L353p Eksel),
gezĕt (L353p Eksel)
|
een dagelijks verschijnend drukwerk ter verspreiding van nieuws en wetenswaardigheden en tot voorlichting van het publiek [gazet, krant, courant, journaal, dagblad] [N 87 (1981)] || krant [ZND 17 (1935)]
III-3-1
|
25034 |
krassen |
kretsen:
kretzen (L353p Eksel)
|
het geluid geven van een scherp voorwerp dat over een hard oppervlak schraapt [skratsen, krassen, kratsen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
18107 |
krentenbaard |
baardziekte:
boârd ziekde (L353p Eksel),
brand:
brand (L353p Eksel),
brând (L353p Eksel),
krentenbaard:
krinteboard (L353p Eksel)
|
Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 107 (2001)], [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20708 |
krentenbol |
strontje:
strunteke (L353p Eksel)
|
Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20707 |
krentenbrood |
krentenmik:
krèntemik (L353p Eksel)
|
Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
18224 |
kreukel |
<uitdr.> hij heeft zeker in het paard zijn kont gezeten:
het hit zikker in `t pèèrd zen kônt gezeeten (L353p Eksel),
kreukel:
kreukel (L353p Eksel),
valse plooi:
valse plooi (L353p Eksel, ...
L353p Eksel),
Niet op de juiste plaats, b.v. in broek.
valse plooj (L353p Eksel),
valse vouw:
valse vaa (L353p Eksel),
verfrommeld (volt. deelw.):
Algemeen.
(verfrommeld) (L353p Eksel),
verkreukeld (volt. deelw.):
Algemeen.
(verkreukeld) (L353p Eksel)
|
Kreukel. Ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, fronsel, valse plooi, kneuker, freutel] [N 114 (2002)] || ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, kneuker, freutel] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18223 |
kreukelen |
verrimpselen:
verrumsellen (L353p Eksel)
|
zich in ongewenste plooien zetten, gezegd van een kledingstuk [kreukelen, kreuk] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18875 |
kreunen |
kuimen:
kuimen (L353p Eksel)
|
een zacht klagend geluid maken [kreunen, kermen, krengen, steunen, kriepen, kruchen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17994 |
kreunen van de pijn |
kermen:
kermen (L353p Eksel)
|
Kreunen van pijn (koorgaan, kermeneren, kermen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|