e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kweek puinen: pø̄.nǝn (Eksel) Elymus repens (L.) Gould Zeer algemeen voorkomend hardnekkig onkruid op gras- en bouwland en op akkerranden, dat er grasachtig uitziet met een rechtopstaande aar en donker- tot grijsgroen blad. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 30 tot 120 cm. Het is een lastig kruipend onkruid met veel onderaardse wortelstokken, die wel als veevoeder gebruikt worden. De boer verwijdert het met de eg uit de akker. Deze plant is ook wel bekend onder de oude naam kweekgras of tarwegras (Triticum repens L.). Zie in verband met de vele puin-opgaven de speciale bibliografie onder Goossens 1985; 1987 en 1988, 109-126. [N 11, 71; JG 1a, 1b, 2c; A 27, 24b; A 28, 10; A 29, 6 en 9; A 33, 17; L 34, 52; L 48, 18; Lu 2, 18; Lu 4, 9; S 20; monogr.; add. uit N 11, 70, 72, 80a en 88] I-5
kwellen plagen: plogen (Eksel) lichamelijk of geestelijk leed veroorzaken [plagen, kwellen] [N 85 (1981)] III-3-1
kwelling/pesterij plagen, het ~: plogen (Eksel) het kwellen [plaag, temptatie] [N 85 (1981)] III-3-1
kwezel kerkpilaar: keͅrekplɛ̄r (Eksel), keͅrrekplɛ̄r (Eksel), kwezel: kwezel (Eksel) Een bidziel, bidmens, kwezel, overdreven vrome persoon. [N 96B (1989)] III-3-3
kwezelachtig kwezelachtig: kweezelechtig (Eksel), kwezelechtig (Eksel) Kwezelachtig. [N 96B (1989)] III-3-3
kwijl zever: ziver (Eksel), zivver (Eksel, ... ), PLAATS: De informant geeft als gehucht Kiefhoek op.  zivver (Eksel) Kwijl: uit de mond lopend speeksel (zever, kwijl). [N 106 (2001)], [N 84 (1981)] III-1-1
kwinkslag slag: slaag (Eksel) een grappig, koddig gezegde [slag, dreun] [N 87 (1981)] III-3-1
kyrie eleison kyrie eleison (<gr.): kyrie eleison (Eksel) Het "vaste gezang"aan het begin van de mis, het "Kyrie eleison". [N 96B (1989)] III-3-3
laag schoven op de wagen laag: lōx (Eksel) Zie de toelichting bij het lemma ''tasser op de wagen'' (5.1.5). Voorkop is de laag op de naar voren uitstekende ladder boven het paard. [N 15, 42; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-4
laaggelegen weidegrond broek: bruk (Eksel) Laaggelegen, vaak natte weidegrond, die men meestal gebruikt om te hooien. Vergelijk ook lemma 1.3.3 ɛbeemdɛ.' [N 14, 52; N P, 5; JG, 1a, 1b; S 5; A 10, 4; RND 20; L 19b, 2aI; Vld.; monogr.] I-8