e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
litteken litteken: litikə (Eksel), litteeken (Eksel) litteken [ZND 01u (1924)], [ZND B1 (1940sq)] III-1-2
liturgisch vaatwerk kelken: kelken (Eksel) De heilige vaten, het liturgisch vaatwerk [kelken, cibories, monstrans]. [N 96A (1989)] III-3-3
liturgische gewaden kazuifels: kazuifels (Eksel) De paramenten, de liturgische gewaden. [N 96A (1989)] III-3-3
loeren loeren: loere (Eksel), lonken: lonken (Eksel) kijken: loeren [lonke, luime] [N 10 (1961)] III-1-1
lof lof: lof (Eksel, ... ), tloͅf (Eksel) het lof [RND] || Het lof, de kerkdienst met uitstelling van het Allerheiligste, gehouden op zondagmiddag, soms op zaterdagavond [lof, laof, zeëje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
lof met processie rondgang: rondgaank (Eksel) Lof met processie (rondom de kerk of over het kerkplein of kerkhof) op de eerste zondag van de maand. [N 96B (1989)] III-3-3
long blaasbalg: bloosbalg (Eksel), long: long (Eksel), longen (Eksel) De longen: a) van de mens [ZND 01u (1924)] || long, longen [loos, leus] [N 10a (1961)] III-1-1
loof loof: loeëf (Eksel) De bladeren van een boom samen (loof, lover). [N 82 (1981)] III-4-3
loon daghuur: daagkuur (Eksel), pree (<fr.): pree (Eksel), quinzime (fr.): konzujem (Eksel) loon, wat men verdient [N 21 (1963)] III-3-1
loot, nieuw uitgelopen twijgje takje: tekske (Eksel) Een nieuw uitgelopen twijgje (spraon, scheut, schot, lot). [N 82 (1981)] III-4-3