17817 |
lopen |
lopen:
loepen (L353p Eksel),
loppen (L353p Eksel),
lōpǝn (L353p Eksel)
|
de jongens lopen op stelten (stok met voetplankje) [ZND 07 (1924)] || lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] || Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82]
I-9, III-1-2
|
19500 |
loper |
loper:
loper (L353p Eksel)
|
De bovenste, draaiende molensteen. De loper had in Q 99 drie soorten kerven, de ligger daarentegen maar één. Zie ook het lemma ɛscherpselɛ.' [N O, 17c; A 42A, 31; N D, 7; Sche 47; Vds 85; Jan 121; Coe 98; Grof 117; monogr.]
II-3
|
24674 |
lork |
lariks:
larik (L353p Eksel)
|
De lariks (die s winters zijn naalden verliest) (lariks, lork, laris, lurk). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18697 |
losse linnen halsboord |
stijve col (fr.):
stijvecol (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
halsboord, losse linnen ~ [beurdje, hemdsband] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18317 |
losse zak onder de rok |
beurs:
bors (L353p Eksel)
|
tas, losse ~, zak of buidel die onder de rok wordt gedragen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21738 |
loteling |
loteling:
loteling (L353p Eksel)
|
iemand die voor militaire dienst geloot heeft [loteling, lotter] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22400 |
loten |
loten:
loten (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
het spel waarbij de winnaar(s) door het lot word(t)(en) aangewezen [loten, loteren, lotelen, loteren] [N 112 (2006)] || Het spel waarbij de winnaar(s) door het lot word(t)(en) aangewezen [loten, loteren, lotelen, loteren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
25247 |
loteren, los zitten |
rammelen:
rammelen (L353p Eksel)
|
los zitten, gezegd van onderdelen [loteren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21583 |
loven en bieden |
bieden:
biejen (L353p Eksel)
|
loven en bieden, de waren aanprijzen [koopman] en er een prijs voor bieden (koper) [handelen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21194 |
luchtballon |
luchtballon:
luchtballon (L353p Eksel)
|
een ballon die kan opstijgen met een mand eronder om personen te vervoeren [ballon, luchtbal, luchtbol, luchtschip] [N 90 (1982)]
III-3-1
|