e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
masturberen (-) afspelen: zijne piet aafspeelen (Eksel), (-) aftrekken: m aaftrèkke (Eksel), afspelen: aafspelen (Eksel, ... ), afspelen (Eksel, ... ), m aafspeele (Eksel), hem afspelen: m aafspeele (Eksel), hem aftrekken: m aaftrèkke (Eksel), zich zuiveren: Ook ooit gehoord.  zich züverre (Eksel, ... ), zijn piet afspelen: zijne piet aafspeelen (Eksel) onanie plegen, zichzelf bevlekken [zn eige aftrekke, afspelen] [N 10C (1995)], [N 10C (zj)] III-2-2
mathaak pikhaak: pe.khǭk (Eksel) Doorgaans licht gebogen ijzeren tand aan een houten steel, die bij het maaien met de zicht gebruikt wordt om het graan bij het eigenlijke inkappen op te tillen en om het afgeslagen graan bij elkaar te trekken. In de volgende plaatsen geen specifieke benaming bekend: L 316, 317, 355, 356, 358, 363, 365, 366, 368, 413. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). Vergelijk ook de betekeniskaart 30 bij het lemma ''zicht'' (4.3.1) voor de geografische uitbreiding van pik in de betekenis "zicht" naast die van pik in de betekenis "mathaak". Zie afbeelding 5. [N 18, 72 en 73; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 10; L 45, 10; R 3, 66; Gwn 7, 5; monogr.; add. uit N 11, 88; N 15, 16c en 16g; A 4, 28; A 23, 16.2; L 20, 28; Lu 1, 16.2] I-4
matrozenpakje col marin-tje (<fr.): Veldeke  kolmarraenke (Eksel) matrozenpakje (soort jongenskostuum) [N 26 (1964)] III-1-3
matsen bijeenspelen: biêën speelen (Eksel), bijeenzijn: biêën ziën (Eksel), in de kaarten spelen: in zɛn kaart spelen (Eksel), meedoen: meedoen (Eksel), meegaan: meegaan (Eksel), zaai doen: zø:y du:n (Eksel) in het voordeel van een ander spelen, met een andere speler samenspelen [materen, opeenspelen, opspannen] [N 112 (2006)] || In het voordeel van een ander spelen, met een andere speler samenspelen [materen, opeenspelen, opspannen]. [N 88 (1982)] || Samenspelen, samen zijn, samen ploeg vormen. III-3-2
mayonaise mayonaise: màjjənéés (Eksel) mayonaise [RND] III-2-3
medaillon galontje (fr.): galongske (Eksel) rond, ovaal- of hartvormig sieraad waarin een portretje of iets dergelijks bewaard wordt [medaillon, mejonneke, boot, coulant] [N 86 (1981)] III-1-3
medaillon met lam gods lam gods: lam gods (Eksel) Een hartvormig medaillon van was, waarop een lam met kruisvaan is afgebeeld. Dit medaillon werd gedragen [Agnus Dei, Lam Gods?]. [N 96B (1989)] III-3-3
medelijden compassie: kompassie (Eksel) een gevoel van smart over het leed van andere mensen [medelijden, kompassie, deernis, deer] [N 85 (1981)] III-1-4
medicijn flesje voor de hoest: fleske vurren hoest (Eksel), medicament: middiekamênt (Eksel), medicijn: melecijn (Eksel), middecijn (Eksel), pil: pil (Eksel), pilletje: pillekes (Eksel) Medicijn, geneesmiddel (geneesmiddel, medicijn, medicament, (pillen)) [N 107 (2001)] III-1-2
meditatie meditatie (<fr.): medditoasie (Eksel) Een meditatie, geestelijke overweging. [N 96B (1989)] III-3-3