e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
puthaak gaar: geͅər (Eksel) [ZND 32 (1939)] I-7
pyjama pyjama {piama}: piezjema (Eksel) pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)] III-1-3
quatertemperdag quatertemper (<lat.): quatertemper (Eksel) De R.K. vastendag op de eerste woensdag, vrijdag en zaterdag van elk jaargetijde, quatertemperdag. [N 96C (1989)] III-3-3
raadsel(tje) raadsel(tje): e rötsel (Eksel), roadsel (Eksel), roadselke (Eksel), ə rətsəl (Eksel) Een raadsel. [ZND 06 (1924)], [ZND B1 (1940sq)] || raadsel [N 07 (1961)] || raadseltje [N 07 (1961)] III-3-2
raam venster: vɛ ̝nstǝr (Eksel  [(+)]  ) Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-9
raapstelen kelen: kelen (Eksel) De jonge gesteelde bladeren van de kleine witte meiraap die in het voorjaar als groente gegeten worden; raapstelen (kelen, rieten, steeltjes). [N 82 (1981)] I-7
raar, vreemd vreemd: die is hei vreumd (Eksel) Die is hier vreemd. [ZND 08 (1925)] III-1-4
raaskallen bazelen: ps. geprobeerd om te spellen, maar ken het Eksels dialect niet!  bōͅəzələn (Eksel) onzin praten, raaskallen [revelen, raaskallen, wauwelen, lullen, bazelen] [N 87 (1981)] III-3-1
raat schuif: sxø̜wf (Eksel) Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.] II-6
raden raden: kunde ge dè raoiere (Eksel), roajen (Eksel), Met aftelrijmpje werd een medespeler aangewezen. Hij heeft een persoon in gedachte en ieder op beurt mag een vraag stellen. Wie meent de gezochte persoon te weten mag die noemen en als dit goed blijkt dan mag hij op zijn beurt een persoon bedenken. Indien iemand fout raadt mag hij niet meer meedoen en het spel gaat verder met de andere spelers tot men de juiste persoon gevonden heeft.  minse roajen (Eksel), Zoals mensen raden, maar in plaats daarvan voorwerpen, landen, stromen en rivieren, steden, enz.  naamen roajen (Eksel) Kunt ge dat raden? [ZND 06 (1924)] || Mensen raden. || Namen raden. || raden [N 07 (1961)] III-1-4, III-3-2