e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ruggenwervel wervel: wèrrevel (Eksel) [N 10 (1961)] III-1-1
ruien in de rui (zijn): inne rui-j zīēn (Eksel), rijzen: rijzen (Eksel), ruiven: ruiven (Eksel, ... ) veer: elk der huidbekleedsels van een vogel bestaande uit een buisje dat aan weerszijden baarden en baardjes draagt (pluim, veer) [N 100 (1997)] III-4-1
ruiken ruiken: ruuken (Eksel), rūken (Eksel), rükken (Eksel), rüüken (Eksel) Rieken: door middel van reukzin gewaarworden (rieken, ruiken) [N 108 (2001)] || ruiken [N 10b (1961)] III-1-1
ruilen (als spel) ruilen: rølə (Eksel), Vgl. Van Dale: III. mangelen, (veroud. en gew.) ruilen, verwisselen.  rølən (Eksel), tuisen: toesen (Eksel), tusen (tuisen) (Eksel), Bij kaartspelen, verkoopen, ruilen.  tueschen (Eksel) het spel waarbij men voorwerpen met elkaar ruilt [ruilen, koetelen, tuilen, toesen, tuisen, mangelen, tuitelen, paarden] [N 112 (2006)] || Het spel waarbij men voorwerpen met elkaar ruilt [ruilen, koetelen, tuilen, toesen, tuisen, mangelen, tuitelen, paarden]. [N 88 (1982)] || Mangelen. [ZND A1 (1940sq)] || Tuischen, vertuischen. (Gebruikt men deze woorden en in welke beteekenis: ruilen, verkoopen, schacheren, kaartspelen, enz.?) [ZND 08 (1925)] III-3-2
ruimte onder de toren onder de toren: ondere toren (Eksel) De ruimte onder een naast de kerk staande toren. [N 96A (1989)] III-3-3
ruin ruin: rø̜i̯n (Eksel) Gecastreerde hengst. Als de veulens één à twee jaar zijn en de ballen voldoende gezakt en zichtbaar in de balzak zijn, worden zij gecastreerd. Een hengst van drie tot vijf jaar die om de een of andere reden op deze leeftijd nog gecastreerd wordt, wordt meestal gesneden hengst en niet ruin genoemd. [JG 1a, 1b; A 4, 2c; L 20, 2c; L 39, 43; N 8, 20 en 38; S 27; monogr.] I-9
ruisen (van de wind) ruisen: roezen (Eksel) het geluid dat een stroom van lucht of een vloeistof maakt bij het gaan door of schuren langs iets of in zijn baan [ruisen, ruizelen, reuzelen] [N 91 (1982)] III-4-4
ruisen van bladeren ritselen: ritselen (Eksel) Het ruisen van bomen (ruisen, ruizelen, reuzelen, snirsen). [N 82 (1981)] III-4-3
ruiten in het kaartspel koeken: koeken aos (Eksel) Ruiten: ruiten aas (kaartspel). [ZND 06 (1924)] III-3-2
ruk rof: rof (Eksel), snok: snok (Eksel, ... ), trek: trek (Eksel) Ruk: snelle korte beweging waardoor iets of iemand met een schok van zijn plaats wordt getrokken (ruk, snuk, snoek). [N 84 (1981)] || Ruk: snelle, korte beweging waardoor iets of iemand met een schok van zijn plaats wordt getrokken (ruk, snok, roets) [N 108 (2001)] III-1-2