18923 |
schipperen |
fiksen:
fiksen (L353p Eksel)
|
naar omstandigheden handelen, niet aan zijn beginsels vasthouden, maar alles rustig in het werk stellen om een oplossing te vinden [busselen, schipperen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25045 |
schitteren |
het trekt aan de ogen:
trekt oa⁄n d⁄oe-e-gen (L353p Eksel),
schitteren:
schetteren (L353p Eksel)
|
een sterk, beweeglijk licht verspreiden zodat het pijn doet aan de ogen [schitteren, glariën] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
18341 |
schoeisel |
t leer]:
schoen (L353p Eksel)
|
schoeisel, het geheel van schoenen, laarzen e.d. [voetgetöch [N 24 (1964)]
III-1-3
|
26502 |
schoen |
schoentje:
sxynkǝ (L353p Eksel)
|
Het kleine losse bakje onderaan het kaar dat tijdens het malen in schuddende beweging is. Het schoen staat de molenaar toe de graantoevoer naar de stenen te regelen. [N O, 19j; A 42A, 39; N D, 12; Sche 52; Vds 149; Jan 156; Coe 137; Grof 158; A 42A, 19]
II-3
|
18272 |
schoen: algemeen |
schoen:
schoen (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
een schoen [ZND 06 (1924)] || schoen [skoewn, schoe, sjoe, schoon, sjoon] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18369 |
schoen: spotnamen |
hool:
hedde noch gin hool oan auw vuut
hoo’l (L353p Eksel)
|
schoen: spotbenamingen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18466 |
schoenborstel |
schoenborstel:
schōēnborstel (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-1-3, III-2-1
|
18465 |
schoenen poetsen |
blinken:
blinke (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
Schoenen poetsen (kuisen, poetsen, blinken, wieksen) [N 79 (1979)]
III-1-3, III-2-1
|
18347 |
schoenlepel |
aantrekker:
aantrekker (L353p Eksel, ...
L353p Eksel),
lepel:
lippel (L353p Eksel),
schoenaantrekker:
schōēnaoëntrèkker (L353p Eksel),
schōēnoaëntrèkker (L353p Eksel),
schoenlepel:
Moeilijk leesbaar -li-.
schōēnlippel (L353p Eksel),
trekker:
trékker (L353p Eksel)
|
schoenlepel [schoontrekker] [N 24 (1964)] || Schoenlepel, laarzenknecht. Hulpmiddel, uitgehold naar de vorm van de hiel, waarlangs deze gemakkelijk in de schoen glijdt, schoenhoorn [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18394 |
schoensmeer |
blink:
blēŋk (L353p Eksel),
blink (L353p Eksel, ...
L353p Eksel),
blīŋk (L353p Eksel)
|
schoensmeer [ZND B1 (1940sq)] || Smeersel om het leer van schoenen op kleur en soepel te houden (blink, wieks, creme, schoenpoets) [N 79 (1979)]
III-1-3, III-2-1
|