e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snuit snoet: WLD  snoet (Eksel), snuit: snoet (Eksel), snōēt (Eksel), snut (Eksel), snôêt (Eksel), snū.t (Eksel) [N 19, 25; N 76, 11; L 7, 8; JG 1a]Hoe noemt u het vooruitstekende deel van het aangezicht van dieren (snuit, snoefel) [N 83 (1981)] || neus: spotbenamingen [snoet, snotkoker, fok, fokker, kokker, domphoren, gevel, foemp] [N 10 (1961)] || Snuit. Een lange snuit. [ZND 07 (1924)] || Zie afbeelding 2.6. [JG 1a, 1b] I-12, I-9, III-1-1, III-4-2
snurken snurken: snörke (Eksel), snərken (Eksel) snurken [snorke, ronke] [N 10 (1961)] III-1-2
sober simpel: sumpel (Eksel) afkerig van overdaad of overmaat [sefiel, sober] [N 85 (1981)] III-1-4
soep sop: sop (Eksel) Soep, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
soep van ingewanden ribjessoep: ripkessop (Eksel) Soep van ingewanden, hart, nieren e.d. (tripsoep?) [N 16 (1962)] III-2-3
soepketel, waterketel marmiet: is hoeëg smaal sopkittel  marmit (Eksel) berremiet/ marmiet, in de betekenis van koperen waterketel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
soepketeltje bidon: bedong (Eksel), gamel: gamel (Eksel), gemmel (Eksel) keteltje van blik waarin men melk, soep e.d. naar de arbeiders in het veld brengt (perdons) [N 20 (zj)] III-2-1
soepkip soephen: sophin (Eksel) kip in water gekookt [N 37 (1971)] III-2-3
soepterrine soepkom: sopkom (Eksel), soepterrine: soptrien (Eksel) soepterrine [N 20 (zj)] III-2-1
soepvlees soepvlees: sopvlieës (Eksel) soepvlees; Hoe noemt U: Mager vlees om soep van te koken (boelie, bouilli, soepvlees) [N 80 (1980)] III-2-3