26261 |
vanghaak |
haak:
hǭk (L353p Eksel)
|
De van hout of ijzer vervaardigde haak waaraan de vangbalk in ruststand hangt. Zie ook afb. 51.8 en 53. [N O, 12o; A 42A, 82; monogr.]
II-3
|
26263 |
vangtouw |
vangzeel:
vaŋzēl (L353p Eksel)
|
Het touw aan de vangstok, waarmee men vanaf de grond of de stelling de vang kan bedienen. Zie ook afb. 51.9. [N O, 12q; N O, 12t; A 42A, 85; monogr.]
II-3
|
26237 |
vangwiel |
vangwiel:
vaŋwil (L353p Eksel)
|
Het grootste aswiel in een molen met twee aswielen. Om het vangwiel is de reminrichting van de molen bevestigd. [N O, 11b; Sche 38; A 42A, 79; A 42A, 8]
II-3
|
18808 |
vanzelfsprekend |
zeker:
zikker (L353p Eksel)
|
vanzelfsprekend, natuurlijk [ralik] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21254 |
varen |
varen:
oͅp zī vaorə (L353p Eksel, ...
L353p Eksel),
vaoren (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
op zee varen [ZND A1 (1940sq)] || varen [ZND 08 (1925)]
III-3-1
|
24518 |
varen (alg.) |
paddevaan:
Spelling: "fonetiek-dialect"= Frings
paddevoa’n (L353p Eksel)
|
Varen, een exemplaar van de klasse van overblijvende sporendragende planten (varen, varink, portemonnaie, paddevaal, vaar, foezjéér, vlaander, hanekam) [N 92 (1982)]
III-4-3
|
22968 |
variant van krijgertje spelen |
twee is genoeg, drie is te veel spelen:
Er worden twee kringen gevormd en daar rond loopt een muis gevolgd door de kat die de muis probeert te vangen. De muis mag in de kring wippen waarbij de volgende speler in de buitenring de muis aflost en verder loopt.Als de kat de muis kan aantikken dan wordt de muis kat en een speler in de buitenring ter hoogte van het aantikken vervolgt de rit als muis.
twieje is ge[n}oeg, drei is te veul (L353p Eksel)
|
Kat en muis spel.
III-3-2
|
22792 |
variant van krijgertje spelen: doorlopertje |
doorsnijden:
/
doôrsnijen (L353p Eksel)
|
doorsnijden: tussen de vanger en achtervolgde lopen [SND (2006)]
III-3-2
|
34297 |
varken |
varken:
vɛrkǝn (L353p Eksel),
vɛrǝkǝ (L353p Eksel),
vɛ̄.rǝkǝ (L353p Eksel)
|
Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s]
I-12
|
34316 |
varken van acht tot twaalf weken |
loper:
løpǝr (L353p Eksel)
|
De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.]
I-12
|