e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zich niet lekker voelen geen kloten waard zijn: ich bin gen kloeëte wèerd (Eksel), het gaat me niet: het git mich nie (Eksel), niet op zijn gemak zijn: ich bin nie op me gemaâk (Eksel), niet op zijn/haar kilo zijn: ich bin nie op menne kielloo (Eksel), niet te goed zijn: ich bin nie ziek meh ooch nie te gòj (Eksel), nie tegoj zien (Eksel), niet wie het moet zijn: ich bin nie wie ’t moet zien (Eksel), niet wie hij moet zijn: ich bin nie wie ich zien moet (Eksel), zich mottig voelen: mottig voelen (Eksel), mottig vüllen (Eksel), zich niet te goed voelen: ich vul mich nie te gòj (Eksel), ich vül mich nie tegoj (Eksel) Onwel: zich niet gezond voelend (erg, onwel, niet goed, misselijk). [N 107 (2001)] || Zich niet lekker voelen (niet lekker, niet goed, gammel, krank). [N 107 (2001)] III-1-2
zich onthouden van luten: ps. Algemene note: Het omspellen van het Eksels dialect is misschien niet helemaal correct (geen spellingslijst daarvoor ik heb het bij benadering omgespeld!  lə.tən (Eksel) iets niet doen [laten] [N 85 (1981)] III-1-4
zich over de rug wentelen (zich) wentelen: wę.ntǝlǝ (Eksel) Geregeld gaan de paarden op hun rug liggen en slaan met de poten in de lucht. Zij doen dit vooral bij jeuk of buikpijn. [JG 1a, 1b; N 8, 69] I-9
zich schamen zich generen: zjeneren (Eksel) zich verlegen of onbehaaglijk voelen tengevolge van het besef dat men iets doet of gedaan heeft dat tot oneer of spot strekt, of daar getuige van zijn [zich generen, schieten, sieneren] [N 85 (1981)] III-1-4
zich verkleden iet anders aandoen: iet anders oaëndōēn (Eksel), iets anders aandoen: Zich verkleden.  iets anders oaëndōēn (Eksel) Zich verkleden [verkleden, omkleden, omtrekken, iets anders aandoen] [N 114 (2002)] III-1-3
zich verkneuteren amezeren: ps. Algemene note: Het omspellen van het Eksels dialect is misschien niet helemaal correct (geen spellingslijst daarvoor ik heb het bij benadering omgespeld!  aməzēͅrən (Eksel) zich in zijn eentje vrolijk of blij maken [kaoieren] [N 85 (1981)] III-1-4
zich verslikken verslikken: vastzitten (Eksel) Hoe noemt U: In de slokdarm blijven steken, gezegd van een hap voedsel (kroppen) [N 80 (1980)] III-2-3
zich vervelen zich vervelen: zich vervelen (Eksel) niet weten wat te doen en daardoor onaangenaam gestemd zijn [moe worden, ruiteren, zich vervelen] [N 85 (1981)] III-1-4
zich verwonderen verwonderen: verwonderen (Eksel) vreemd toekijken [verwonderen, wonder geven, bewonderen] [N 85 (1981)] III-1-4
zich warm aankleden dik aandoen: dik oaëndōēn (Eksel), induffelen: induffelen (Eksel), warm aandoen: waerm oaëndōēn (Eksel), werm aondoen (Eksel) Zich warm aankleden [(in)duffelen, inpakken, warm aandoen] [N 114 (2002)] || zich warm aankleden [doffelen] [N 86 (1981)] III-1-3