e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

Gevonden: 4790
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
corpus gekruiste lieveheer: gekruusden lievenhieer (Eksel), gekruuste lieven hieer (Eksel) Het corpus, de Christusfiguur van een kruisbeeld. [N 96B (1989)] III-3-3
credenstafel tafeltje: tøͅfəlkə (Eksel) De dientafel links en rechts op het priesterkoor, waarop de benodigdheden voor de Mis gereed gezet worden [credens(tafel)]. [N 96A (1989)] III-3-3
credo credo (lat.): credo (Eksel, ... ) De gebeden of gezongen geloofsbelijdenis, het Credo. [N 96B (1989)] III-3-3
crypte grafkelder: graafkelder (Eksel) De ruimte, de kelder onder het priesterkoor, vroeger gebruikt als grafkelder [crypte, krocht?]. [N 96A (1989)] III-3-3
cultivator, extirpator extirpator: ɛkspǫǝtǝr (Eksel) De cultivator, extirpator of woeleg is een 3- of 4-wielig of op twee lopers voortglijdend akkerwerktuig met op een schaar eindigende tanden, die d.m.v. een hefboom tegelijk versteld kunnen worden. Aan het raam van een wielcultivator zitten 5 of meer C-vormige veertanden (zie afb. 77) of rechte stelen (zie afb. 78), die elk van een pijlvormige beitel, resp. een kleine dubbelschaar zijn voorzien. Dit lemma betreft de cultivator in het alge-meen. Voor termen die op de sleepcultivator toepasselijk zijn, zie men het volgende lemma. Wat in het onderstaande met ''eg'' en ''eg'' bedoeld wordt, is aangegeven in het lemma ''eg''. [JG 1a + 1b+ 1d + 2c; N 11, 78a; N 11A, 150a + c; N J, 10; N 18, 52 add.; div.; mono-gr.] I-2
daas (tabanidae) daas: dōͅəzə (Eksel), doͅəs (Eksel), ook ZND 1u, 30  daais (Eksel), WLD  daa’s ([doͅəs) (Eksel) daas [ZND B2 (1940sq)] || daas, paardenvlieg [ZND 01 (1922)] || Hoe noemt u de grote vlieg waarvan verschillende soorten in ons land voorkomen. De wijfjes zuigen bloed bij grote zoogdieren en mensen. De grote soorten steken pijnlijk en achtervolgen mensen en dieren met grote hardnekkigheid (daas, dazerik, dol) [N 83 (1981)] || insect II [Goossens 1b (1960)] III-4-2
dadel dad: datten (Eksel) De vrucht van de dadelpalm (dadel, smeerlap, vijgedaal). [N 82 (1981)] III-2-3
dagelijkse zonde dagelijkse zonde: dagelijkse zonde (Eksel, ... ) Dagelijkse zonde [leslieje zung]. [N 96D (1989)] || Doodzonde, dodelijke zonde [doeëdzund]. [N 96D (1989)] III-3-3
dagmissaal missaal: missaal (Eksel) Een kerkboek met misgebeden voor alle dagen van het kerkelijk jaar [dagmissaal?]. [N 96B (1989)] III-3-3
dagvaarden voorkomen: veurkommen (Eksel) iemand laten weten dat hij voor de rechter moet verschijnen [ontbieden, pressen] [N 90 (1982)] III-3-1