e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Elen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
naar rechts hot: hǫt (Elen) Voermansroep om het paard naar rechts te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95a en 96; L 1 a-m; L B 2, 256; L 26, 2; L 36, 81d; S 12; monogr.] I-10
nachtegaal nachtegaal: nachtegaal (Elen) nachtegaal III-4-1
nachtzwaluw geitenmelker: geitemèlker (Elen) nachtzwaluw III-4-1
nageboorte van de koe rein: rɛi̯.n (Elen) [N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.] I-11
nagel nagel: nagel (Elen) [ZND 30 (1939)] III-1-1
nagewas herfstvruchten: hęrǝfstfrøxtǝ (Elen) Het tweede gewas dat op een veld wordt geteeld nadat men er eerder al geoogst heeft. Bamis is een verkorting van ''Bavo-mis'', ofwel 1 oktober, feest van Sint Bavo; het heeft dan ook de betekenis van "herfst". Vergelijk het lemma ''zaaien, van nagewas'' (2.3). [JG 1a, 1b; monogr.] I-4
nagras, tweede hooioogst groe(n)maad: grōmǝnt (Elen) De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.] I-3
nascharren, naoogsten nascharren: nǭšarǝ (Elen) De akker naoogsten met een rijf of houten hark. De boer deed dit doorgaans zelf, in tegenstelling tot het aren lezen dat dan door anderen werd gedaan. Zie de toelichting bij het lemma ''aren lezen'' (5.2.4). [N 15, 38a; JG 1a, 1b; L 34, 40; monogr.; add. uit N 15, 35; N 18, 93] I-4
nek nak: nak (Elen) Zie afbeelding 2.12. [JG 1a, 1b] I-9
niet drachtig leeg: lē̜x (Elen) [JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.] I-11