e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Elen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
steenkuip kuip: kū ̞wp (Elen), (mv)  kū ̞wpǝ (Elen) De houten of eventueel metalen kuip om de molenstenen heen die verhindert dat het meel verstuift. De kuip rust op een houten voet, het ringhout, en wordt aan de bovenzijde afgedekt met een uit één of meer delen bestaand deksel. Zie ook afb. 81 en 82. De meervoudige opgaven wijzen er waarschijnlijk op dat de kuip in die plaatsen uit verschillende segmenten bestaat. Zie ook het lemma ɛkuipstukkenɛ.' [N O, 19a; A 42A, 36; N D, 13; Sche 50; Vds 144; Jan 151; Coe 132; Grof 153; monogr.; N D, 33 add.] II-3
steenuil steenuil: steinuul (Elen) steenuil III-4-1
stengel, steel steel: stīǝ.l (Elen), stengel: stɛ.ŋǝl (Elen) Stengel, als deel van een plant. [JG 1a, 1b; monogr.] I-4
sterke / ruwe kerel ruwe schut: roewe sjut (Elen) dat is een ruwe kerel [ZND 42 (1943)] III-3-1
stiekem in het geniep: ook materiaal znd 1u, 65  in ’t geniep (Elen) geniepig [ZND 01 (1922)] III-1-4
stier duur: dø̄r (Elen) Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15] I-11
stijgbeugels stijgbeugels: sti ̞i̯vbyǝ.gǝls (Elen) Metalen, van onderen afgeplatte, aan een riem bevestigde ring waarin een ruiter de voet zet om op of af te stijgen en om op te steunen bij het rijden. [JG 1a, 1b] I-10
stilstaan ju(j): jȳ (Elen) Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.] I-10
stok of twijg om een kind te straffen wis: znd 23, 60c;  wisch (Elen) stok of twijg om iemand te straffen [ZND 23 (1937)] III-2-2
stoot stoot: stȳj (Elen  [(aan voor- en achterzijde van het hoefijzer)]  ) Het ijzeren plaatje dat bij winterbeslag tegen het uitglijden vóór onder het hoefijzer wordt geplaatst. In P 174, P 224 en Q 182 was de stoot onbekend, in K 353 werden in plaats van een plaatje één of twee schroeven aan de voorzijde van het hoefijzer bevestigd. [N 33, 357; JG 1a; JG 1b; JG 1d; monogr.] II-11