e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Elen

Overzicht

Gevonden: 1607
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hazelnoot hazenoot: assenoeat (Elen) hazelnoot [ZND 01 (1922)] III-4-3
hecht van een mes steel: stièl (Elen), stīəl (Elen) hecht van een mes [ZND 01 (1922)], [ZND 26 (1937)] III-2-1
hees, schor hees: heisch (Elen) hees [ZND 01 (1922)] III-1-2
heet, hitsig loops: løͅij.ps (Elen) heet, hitsig [Goossens 1b (1960)] III-2-1
heggenmus heggenmus: hèggemûch (Elen) heggemus III-4-1
heilig heilig: heilig (Elen) Heilig. [ZND 01 (1922)] III-3-3
heilige, zalige heilige: heilig (Elen) Heilige. [ZND 35 (1941)] III-3-3
heizeis lappenzeissing: lapǝzęi̯.seŋ (Elen) Zeis of een soort hak waarmee men hei maait of zoden hakt. In de regel heeft de heizeis √©√©n handvat. [JG 1a, 1b] I-8
hek hek: hɛq (Elen) Algemene benaming. [N 14, 62; S 13; L 1a-m; RND 8, 20; R I, 44; R I, 45; monogr.] I-8
hekken latten: latǝ (Elen) Algemene benaming voor alle aan de roede bevestigde langse en dwarse latten bijeen: het geheel van zomen en hekscheien. Zie ook afb. 37. [N O, 2a; N O, 6b; A 42A, 66; Sche 33; monogr.] II-3