e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Elen

Overzicht

Gevonden: 1607
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannelijk kalf duurtje: dø̄rkǝ (Elen) [N 3A, 15; N C, 7a; JG 1a, 1b; A 9, 17a; Gwn V, 5a; monogr.] I-11
mannelijk schaap bok: bok (Elen), buk (Elen) Het mannelijk schaap in het algemeen. Varianten van het woordtype hamel die voor "mannelijk schaap" zijn opgegeven, zijn naar het lemma ''gesneden mannelijk schaap'' (2.2.5) overgeheveld. [L 5, 30b; L 20, 22a; L 39, 44; L 6, 25; L B2, 319; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 2, 46; A 4, 22a; Wi 12; AGV, m 3; R 3, 34; VLD; S, Q 105 add.; monogr.] I-12
mannelijke duif hoorn: hooeare (Elen), hūə.rən (Elen) Doffer. [Goossens 1b (1960)] || Mannetjesduif. [ZND 01 (1922)] III-3-2
mannelijke eend weenderd: wiǝnjǝnt (Elen), wender: wêinjer (Elen), wēi̯njǝr (Elen), wenderd: weɛnji̯ǝrt (Elen), węxnǝrt (Elen), wenderik: wienderig (Elen), więndrex (Elen), wiendeend: wiènjend (Elen) [GV, K 2; L 1a-m; L 3, 3; L 14, 18; JG 1a, 1b, 2c; S 18; NE II, 55; Vld.; A 6, add.; monogr.]woerd, mannetjeseend [ZND 01 (1922)] I-12, III-4-1
mannelijke gans haan: ān (Elen), wend: wānjt (Elen), wenderd: weɛnji̯ǝrt (Elen) [A 6, 5a; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 59; L 14, 20; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
mannelijke geit bok: bok (Elen) [N 70, 8; N 77, 78; N 77, 80; A 9, 19; L 32, 82; Wi 11; RND 89; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
mannelijke hond, reu rekel: r‧ēͅkəl (Elen) reu [Goossens 1b (1960)] III-2-1
mannelijke kat, kater kater: kā.tər (Elen) kater [Goossens 1b (1960)] III-2-1
markt markt: recht uever de mērt (Elen), u lang  dwèrs uver de mert (Elen) Dwars over de markt [ZND 23 (1937)] III-3-1
marmer marber: marber (Elen, ... ), marmer: marmere by(3)̄ld (Elen) marmer [ZND 01 (1922)], [ZND 38 (1942)] || marmeren beeld [ZND 21 (1936)] III-4-4