| 24046 |
ereboog voor de jonge priester |
ark:
ark (L320a Ell)
|
De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 20374 |
ereboog voor het bruidspaar |
arc (fr.):
ark (L320a Ell)
|
de ereboog voor het bruidspaar [N 96D (1989)]
III-2-2
|
| 20217 |
erfenis |
erfenis:
erfenis (L320a Ell)
|
het geheel van wat iemand van een overledene krijgt [erfenis, erf] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 20300 |
erfgenaam |
erfgenaam:
erfgenaam (L320a Ell)
|
degene die een erfenis of een gedeelte daarvan krijgt [erfgenaam, erf] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 18837 |
ernstig |
serieus:
eine serieüüze (L320a Ell)
|
van ernst vervuld [serieus, menens, ernstig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 21854 |
etalage |
etalage (<fr.):
ittelaasj (L320a Ell)
|
de grote winkelruit waarachter men zijn waren uitgestald heeft [vitrine, etalage] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 20855 |
eten (ww.) |
eten:
ĕte (L320a Ell),
ète (L320a Ell)
|
eten [DC 35 (1963)], [DC 37 (1964)]
III-2-3
|
| 19519 |
etensketeltje |
henkelmannetje:
inkemanne (L320a Ell)
|
tweelingpannetje (voor soep en aardappelen) om eten naar arbeiders in het veld te brengen (hinkelman) [N 20 (zj)]
III-2-1
|