e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L320a plaats=Ell

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
liniaal liniaal: liniaal (Ell), regel: regel (Ell) een dunne rechte lat met een maatverdeling om er lijnen langs te trekken [liniaal, linie, regel, regelet] [N 90 (1982)] III-3-1
links, linkshandig averrechts: averechts (Ell), links: links (Ell) Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Hij is ... [DC 50 (1975)] || Zijn u nog oude woorden voor "links"bekend? Zo ja, hoe werd dat woord uitgesproken? [DC 50 (1975)] III-1-2
linkshandig persoon linkspoot: liŋspoət (Ell) Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Het is een ... [DC 50 (1975)] III-1-2
linksvoor linksbuiten: linksboete (Ell) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
lintvoeg lintvoeg: lentj˲[voeg] (Ell) Horizontale voeg. Zie ook afb. 41. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(voeg)' het lemma 'Voeg'. [N 32, 29b; monogr.] II-9
lisdodde duivelskluppel: eigen spellingsysteem  duvelsklöppele (Ell) Grote lisdodde (typha latifolia een 100 tot 250 cm hoge plant. De bladeren zijn tot 2 cm breed; de bloemen bevinden zich in cilindervormige aren, eenslachtig, de mannelijke bovenaan, vlak daaronder de vrouwelijke, de bloemdekbladeren ontbreken. Bloeitij [N 92 (1982)] III-4-3
lispelen (slissen) lispelen: Van Dale: lispelen, 1. de s en z onduidelijk, met een eigenaardig zacht gesis uitspreken; - 2. met onduidelijke, zwakke stem uiten, fluisteren.  lispele (Ell) de s en de z onduidelijk, met een eigenaardig zacht gesis uitspreken [lispelen, tispelen, strisselen] [N 87 (1981)] III-3-1
litanie van de rozenkrans litanie (<lat.) van lorette ?: OLV van Loreto Italie  litaniej van lerette (Ell) De litanie van O.L. Vrouw, het slot van het Rozenhoedje [littenïj, lietenïj, lieteniej, lietenej?]. [N 96B (1989)] III-3-3
liturgisch vaatwerk heilig vaatwerk: het heilig vaatwerk (Ell) De heilige vaten, het liturgisch vaatwerk [kelken, cibories, monstrans]. [N 96A (1989)] III-3-3
liturgische gewaden paramenten (<oudfr.): paremente (Ell) De paramenten, de liturgische gewaden. [N 96A (1989)] III-3-3