e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L320a plaats=Ell

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
naaste zijns gelijke: ziens gelieke (Ell) Je/uw naaste, evennaaste, evenmens [naoste, nôste, èèvemins]. [N 96D (1989)] III-3-3
nabidden nabeden: naobaeje (Ell) Nabidden, d.w.z. antwoorden bij het bidden, de tweede helft van een gebed bidden. [N 96B (1989)] III-3-3
nabootsen nadoen: naodoon (Ell) iemands stemgeluid imiteren [nabootsen, papegaaien] [N 87 (1981)] III-3-1
nachtbraken nachtbraken: nachtbrake (Ell) tot diep in de nacht uitgaan, nachtbraken [zwabberen] [N 87 (1981)] III-3-1
nachtegaal nachtegaal: nachtigaal (Ell) nachtegaal (16,5 bekend; kleine bruine vogel met rossige staart; vrij zeldzame zomervogel; verborgen levend; beroemd om de zang [N 09 (1961)] III-4-1
nachthemd nachthemd: nachthumme (Ell), nachtpon: nachtpon (Ell) nachthemd [N 25 (1964)] III-1-3
nachtjapon nachtjak: informant: is bovenstuk  nachtjak (Ell) nachtjapon [nachtpon, bedjak, nachtjak, jak] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtkleren nachtkleren: nachtkleijer (Ell) nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtmis nachtmis: nachtmès (Ell) De mis die snachts wordt gedaan, nachtmis. [N 96C (1989)] III-3-3
nachtpak hansop: Van Dale: hansop, 2) wijd kledingstuk, gelijkende op de kleding der hansworsten, soort van overall, m.n. als nachtgewaad voor kinderen. vgl. WNT hanssop -hansop. 4) Bij overdracht. Naam voor een kleedingstuk (als nachtgewaad voor kinderen nog in gebruik), gelijkende op het gewaad van den hanssop, en bestaande uit lijf en broek met lange pijpen aan één stuk.  hansop (Ell) nachtpak, overall-achtig ~ met een klep aan de achterkant [hansop] [N 25 (1964)] III-1-3