e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L320a plaats=Ell

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
noodbed, kermisbed paljas: péljàs (Ell) Bed dat in tijd van nood op de grond wordt opgemaakt (kermisbed, paljas, paljas parterre) [N 79 (1979)] III-2-1
nooddoop nooddoop: noeëdduip (Ell) Een nooddoop, gadoop, geedoop [jieëdoof]. [N 96D (1989)] III-3-3
noors verband, kettingverband kettingverband: kęteŋvǝrbantj (Ell) Metselverband dat doorgaans wordt toegepast bij halfsteensmuren, maar dat ook bruikbaar is bij steensmuren. Zie ook afb. 36. Het verband is als volgt opgebouwd: eerste laag: kop, kop, strek, strek, kop, strek; tweede laag: drieklezoor, strek, kop, strek, strek; derde laag: kop, kop, strek, strek, kop, strek, enz. (Westra, pag. 15/16). De volgorde van de verschillende lagen kan variëren. [N 31, 24f; monogr.; N 31, 24e] II-9
nors lomp: lômp (Ell) onvriendelijk, stuurs, nors, bars [aling, strak, grenniog, stom, bars, stuurs, nors, zuur] [N 87 (1981)] III-3-1
notariskosten opcenten: opsente (Ell) gelden die bestemd zijn voor de notaris i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen [ongelden, den bamis, onraad, herengeld?] [N 21 (1963)] III-3-1
noten afslaan noten slaan: eigen fon. aanduidingen  neu slaon (Ell) Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)] III-2-3
notendop schaal: eigen fon. aanduidingen  sjaal (Ell) De harde huid van een noot (bast, bolster, sloester, schaal, hulster, boost, bluster, boets, schulp, schelp, snoester). [N 82 (1981)] I-7
notulen notulen: notulle (Ell) het korte schriftelijke verslag van hetgeen behandeld is in een vergadering [notulen, nouten] [N 90 (1982)] III-3-1
noveen noveen (<lat.): noveen (Ell) Een negendaagse godsvruchtoefening, novene, noveen. [N 96B (1989)] III-3-3
nylonkous nylon: nylons (Ell) nylonkousen [N 24 (1964)] III-1-3