33691 |
smalle weg, pad |
pad:
pāt (L320a Ell)
|
Een smalle weg, een pad in het algemeen. In L 40, 25 werd gevraagd naar de dialectwoorden voor ø̄een smalle weg, een padø̄ en in N M, 5 naar die voor ø̄een pad of een veeweg door een weiø̄. Omdat er in de antwoorden op beide vragen veel overlapping zat, zijn deze in √©√©n lemma ondergerbacht. Uiteraard duiden woorden als veeweg, weiweg, koegang e.a. specifiek op een weg door een wei. [N M 5; N P, 2; S 27; L 40, 25; R I, 3; A 25, 6 add.; L 19B, 6; monogr.]
I-8
|
21136 |
smeer |
smeer:
smeer (L320a Ell)
|
het smeermiddel dat hoofdzakelijk uit vet bestaat en dat bedoeld is om voertuigen beter te laten lopen [smeer, ruut] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18978 |
smeerpoes |
vuilik:
voellik (L320a Ell)
|
iemand die er altijd vuil en onverzorgd uitziet [smeerpoes, vuillak, vetkees] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24701 |
smeerwortel |
smeerwortel:
eigen spellingsysteem
smeerwortel (L320a Ell),
Gezeefd uit vraag naar heemst.
smeerwortel (L320a Ell)
|
smeerwortel [DC 52 (1977)] || Smeerwortel (symphytum officinale 30 tot 120 cm grote, forse plant, ruwharig; de stengels zijn sterk vertakt, iets gevleugeld; de bladeren zijn langwerpig, met dikke nerven; de bloemen zijn hangend, de bloemkroon is buisvormig met omgebogen slippen, van [N 92 (1982)]
III-4-3
|
19073 |
smeken |
bidden:
baije (L320a Ell)
|
nederig en dringend vragen [permitteren, pernegracie, spelen, bidden, smeken] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
19421 |
smeulen |
gloeien:
gluje (L320a Ell)
|
Zacht, langzaam branden zonder vlammen (smeulen, gloeien, veunzen, vrenzen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
21728 |
smokkelen |
smokkelen:
smôkkele (L320a Ell)
|
verboden goederen, of goederen waarover rechten betaald moeten worden heimelijk over de grens brengen [lörzen, maroderen, smokkelen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23497 |
smokkelkruis |
grenskruis:
grenskruus (L320a Ell)
|
Een veldkruis in de buurt van een grensovergang [smokkelkruis?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
22567 |
smousjassen (kaartspel) |
smousjassen:
met 2 personen
smousjasse (L320a Ell)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20493 |
smullen |
smullen:
smulle (L320a Ell)
|
smullen; Hoe noemt U: Lekker eten, met veel plezier eten (smullen, smikkelen, snollen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|