e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L320a plaats=Ell

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stoffen pantoffel slof: slôffe (Ell) sloffen, stoffen pantoffels met slappe zool [N 24 (1964)] III-1-3
stokvis stokvis: stokvès (Ell) bolling; Hoe noemt U: Gezouten en gedroogde vis (bolling) [N 80 (1980)] III-2-3
stola stool (<lat.): stool (Ell) De stola, de stool. [N 96B (1989)] III-3-3
stolp kaasstolp: kieësstölp (Ell) kaasstolp [N 20 (zj)] III-2-1
stolp over een heiligenbeeld stolp: støͅlp (Ell) Een stolp of stulp, een klokvormig glas over een kruis- of heiligenbeeld. [N 96B (1989)] III-3-3
stompe eind van een ei vot: vot (Ell) Het stompe eind van het ei bij het eieren tikken. [N 88 (1982)] III-3-2
stomverbaasd paf: ich stông der paf van (Ell) zeer verbaasd [verpaft] [N 85 (1981)] III-1-4
stoofvlees, zuurvlees zuurvlees: zoorvleis (Ell) Gemarineerd rundvlees, bereid met azijn, olie en kruiden (bufflamood, zoerbrèùtje?) [N 16 (1962)] III-2-3
stookgat van de oven ovenmuil: [oven]mūl (Ell) De benaming voor het stookgat van de oven dat voorzien is van een ijzeren deurtje. Vergelijk het lemma "ovenmond" in aflevering II.1, pag. 71. Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) (oven-) het lemma "bakoven" (3.1.3). [N 5A, 79b] I-6
stookhuis, plaats voor de veevoerkookketel ketelhuis: kētǝlhūs (Ell), stookhoek: stōkhōk (Ell) De plaats in de stal, of de ruimte vooraan in de stal, waar de veevoerkookketel staat. Soms heeft men geen aparte ruimte voor dit doel en kookt men het veevoer in de bijkeuken. In andere gevallen, zoals in K 358 staat deze ketel meestal buiten, of, zoals vermeld in L 360, heeft men er een apart gebouwtje voor naast de stal. Dikwijls ook kookt men in het bakhuis, waar ook het brood gebakken wordt (L 426), vandaar de frequente (bakhuis)-opgaven; vergelijk de kaart. Zie voor de fonetische documentatie van enkele van deze (bakhuis)-opgaven het lemma "bakhuis" (3.1.2). Zie ook afbeelding 8 bij het lemma "voorstal" (2.2.5). [N 5A, 35c en 60c: L 1, a-m; S 50; monogr.] I-6