e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L320a plaats=Ell

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitgeteld zijn uitgedragen zijn: (de koe is) ūtgǝdrāgǝ (Ell) De koe staat op het punt te gaan kalven. [N 3A, 43] I-11
uitgieten schudden: ps. niet verwarren met "sjöddele"= schudden.  sjödde (Ell) een vloeistof al gietende doen vloeien uit een kan, fles etc. [storten, plassen, klassen, schenken, uitgieten] [N 91 (1982)] III-4-4
uitglijden litsen: litse (Ell), uitlitsen: oetgelitstj (Ell) uitglijden [ötschampe, uitslibbere, uitschuive] [N 10 (1961)] III-1-2
uithoren uitvragen: oetvraoge (Ell) door vragen van iemand proberen te weten te komen wat hij voelt, uithoren [horken, funteren, tintelen, uithoren, uithorken] [N 87 (1981)] III-3-1
uitleggen uitleg geven: oetlêgk gaive (Ell, ... ), verduitsen: verdutse (Ell) duidelijk maken, uitleggen [uitduiden, uitbeduiden] [N 85 (1981)] || het verklaren, uitleggen [uitleg, bedied, bedietsel] [N 85 (1981)] III-3-1
uitneembaar frontje befje: befke (Ell) frontje, uitneembaar ~ in de hals van een jurk [vestje, plastron] [N 24 (1964)] III-1-3
uitnodigen noden: nuuëje (Ell) iemand verzoeken bij iemand op bezoek te komen, een feest bij te wonen etc. [verzoeken, noden, bidden, uitnoden, kwelen] [N 87 (1981)] III-3-1
uitpersen van de baarmoeder, prolapsus uteri het lijf uitduwen: (de koe) dø̜i̯t ǝt līf ūt (Ell) Het uitzakken van de baarmoeder veroorzaakt door de naweeën of door het gewicht van de vruchtvliezen. In tegenstelling tot een prolapsus vaginae doet zich de prolapsus uteri altijd voor na een baring. [N 52, 4; A 48A, 8; N 3A, 97; N 52, 30a; monogr.] I-11
uitslag vertonend brandig: brɛnjex (Ell) Gezegd van een varken dat lijdt aan de vlekziekte. [N 19, 27b] I-12
uitsluitsel <omschr.> zo en niet anders: zoeë en neet anges (Ell) een beslissend antwoord, een antwoord dat alles uitlegt [uitsluitsel, uitbedul] [N 85 (1981)] III-3-1