20837 |
cervelaatworst |
droogworst:
druëgworst (L320a Ell)
|
droogworst [N 06 (1960)]
III-2-3
|
23748 |
christoffelmedaille |
christoffel:
kristoffel (L320a Ell)
|
Een medaille van St. Christoffel in de auto of op de motor. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23439 |
ciborie |
ciborie (<lat.):
sieboriej (L320a Ell)
|
Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20545 |
cichorei |
sokkerij:
sôkkereij (L320a Ell),
suikerij:
sôkkereij (L320a Ell)
|
cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)]
I-7, III-2-3
|
22686 |
circus |
cirque (fr.):
serk (L320a Ell)
|
Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
25000 |
cirkel, kring |
kring:
krink (L320a Ell, ...
L320a Ell)
|
de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24406 |
cocon |
pop:
eigen spellingsysteem
pôp (L320a Ell, ...
L320a Ell)
|
Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het omhulsel van rupsen als zij zich inpoppen [N 83 (1981)]
III-4-2
|
18518 |
colbertjasje |
jasje:
jeske (L320a Ell)
|
colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)]
III-1-3
|
23939 |
collatie |
collatie (<lat.):
collaasiej (L320a Ell)
|
Een licht avondmaal dat is toegestaan op vastendagen, collatie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23628 |
collectant |
collectant (fr.):
kollektant (L320a Ell)
|
Een collectant, de persoon die met de collectezak of -schaal rondgaat [centevenger?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|