e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ell

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paillette paillette (fr.): pallètje (Ell) een plaatje of reepje gouden of zilveren folie, tot versiering van kledingstukken [pailetten, gitten] [N 86 (1981)] III-1-3
pak slaag smeer: smeer (Ell) Pak slaag (tek, travans, streep, smeer, batter, roefel, kiffel, pek). [N 84 (1981)] III-1-2
pak, kostuum kostuum: kestuum (Ell), pak: pak (Ell, ... ) Je moet een nieuw pak kopen. [DC 41 (1966)] || kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)] III-1-3
palmboompje palmpje: -  pelmkes (Ell) palm (Buxus sempervirens) [DC 69 (1994)] III-4-3
palmbosje palmenwis: palmewès (Ell) Het palmbosje dat op Palmzondag gewijd wordt [palemwösj]. [N 96C (1989)] III-3-3
palmpaas palmpasen: palmpaose (Ell) De versierde en van allerlei lekkerneien voorziene stok waarmee men rondloopt op Palmzondag [palmpaas]. [N 88 (1982)] III-3-2
palmprocessie palmprocessie (<lat.): pallempercessiej (Ell) De processie die op Palmzondag gehouden wordt, palmprocessie. [N 96C (1989)] III-3-3
palmtakje palmtakje: palmtekske (Ell) Het palmtakje dat men achter het wijwaterbakje steekt om bij ziekte en onweer wijwater mee te sprenkelen [palemteks-je]. [N 96C (1989)] III-3-3
palmtakjes plaatsen palmpje steken: pelmke staeke (Ell) Het gebruik om palmtakjes te plaatsen a. in huis, b. in de stallen en in de schuur, c. in de moestuin, d. op de akkers, e. op het graf van een dierbare overledene [korenpalmen, pejmke sjtèke]. Geef met a, b, c, d, e aan waar. [N 96C (1989)] III-3-3
palmwijding palmen wijden: palme wieje (Ell) De palmwijding op Palmzondag. [N 96C (1989)] III-3-3