e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ell

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pap pap: pap (Ell, ... ) brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)] || pap [DC 35 (1963)] || Pap, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
paradijs paradijs: paredies (Ell) Het Paradijs [et paredies]. [N 96D (1989)] III-3-3
paramentwerk fijn werk: fīn wɛrǝk (Ell), voorwerk: vø̄rwɛrǝk (Ell) Het metselen met uitgezochte stenen die zuiver in verband worden geplaatst. De metselstenen die men in een dergelijk geval gebruikte, werden in L 382 'voorwerkers' ('vø̄rwerǝkǝrs'), in Q 90 'façadebrikken' ('fasāt˱brekǝ') en in Q 3 'eerste keus' ('īrstǝ kø̄s') genoemd. Zie ook de lemmata 'Voorwerkers' en 'Koppenlat'. [N 31, 25] II-9
paraplu paraplu: perpluuj (Ell) paraplu [N 23 (1964)] III-1-3
parelen blaren: ⁄t bloartj (Ell) parelen; Hoe noemt U: Opstijgen van luchtbelletjes in drank (parelen, kriezelen, grinselen) [N 80 (1980)] III-2-3
parfum musk (<fr.): Van muskus odeur. WNT: muskus (&lt; lat.) - ook musk (&lt;fr. [musc]).  muuske (Ell) reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur] [N 86 (1981)] III-1-3
parlevinker parlevinker: parlevinker (Ell) het bootje van een koopman te water [parlevinker, ventjager] [N 90 (1982)] III-3-1
parochie parochie: parochiej (Ell) Een parochie. [N 96D (1989)] III-3-3
pas kunnen vliegen vlug (bn.): Opm. v.d. invuller: met de ö van "Löss".  ze is vlök (Ell) Hoe zegt men van zon jong: het kan pas vliegen? [N 93 (1983)] III-3-2
pas uit het ei gekomen kipje kuikje: kykskǝ (Ell) [N 19, 40b] I-12